Een Nieuwe Mobiele Gezondheidsapplicatie voor Kankerpreventie: De Cancer Risk Calculator

Geplaatst door: Dr. Philippe Westerlinck, Radiotherapeut-Oncoloog, Universitair Ziekenhuis van Luik

De technologische vooruitgang biedt ons steeds meer mogelijkheden om onze gezondheid proactief te beheren. In dit licht ben ik verheugd om een baanbrekende mobiele applicatie onder uw aandacht te brengen, genaamd de Cancer Risk Calculator (CRC). Deze applicatie is recentelijk beschreven in een peer-reviewed publicatie en biedt veelbelovende mogelijkheden voor zowel de algemene bevolking als voor medische professionals.

Wat is de Cancer Risk Calculator?

De Cancer Risk Calculator is een gratis beschikbare mobiele applicatie die specifiek is ontworpen om gebruikers te informeren over hun persoonlijke kankerrisico’s en mogelijke preventieve maatregelen. Dit innovatieve hulpmiddel maakt gebruik van een uitgebreid en geavanceerd risicomodel dat gebruikers helpt om hun risico op 38 verschillende soorten kanker te begrijpen. Het model legt bijzondere nadruk op wijzigbare risicofactoren, wat gebruikers in staat stelt om proactieve stappen te ondernemen om hun gezondheidsuitkomsten te verbeteren.

Hoe werkt de applicatie?

De applicatie biedt gepersonaliseerde risicobeoordelingen door gegevens te integreren uit betrouwbare bronnen, zoals het Surveillance, Epidemiology, and End Results Program en andere wetenschappelijke literatuur. Naast het eigen ontwikkelde risicomodel, maakt de CRC ook gebruik van 137 andere gepubliceerde en gevalideerde modellen. Deze zijn zorgvuldig geselecteerd en aangepast om relevant te zijn voor de individuele gebruiker, afhankelijk van diens unieke gezondheidsprofiel en risicofactoren. Hierdoor kunnen gebruikers niet alleen inzicht krijgen in hun algemene kankerrisico’s, maar ook gerichte informatie ontvangen over hoe zij deze risico’s kunnen verminderen.

Wat maakt deze applicatie uniek?

In tegenstelling tot bestaande hulpmiddelen op de markt, onderscheidt de Cancer Risk Calculator zich door een bredere dekking van kankersoorten en risicofactoren. De applicatie is bovendien volledig beschikbaar in het Nederlands, evenals in het Engels en Frans, wat de toegankelijkheid voor een breed publiek vergroot. Dit maakt het een waardevolle bron voor zowel individuen die geïnteresseerd zijn in het actief beheren van hun gezondheid, als voor gezondheidswerkers die hun patiënten beter willen informeren.

Waarom is dit belangrijk?

Met de toenemende populariteit van gezondheidstechnologieën en de nadruk op preventieve gezondheidszorg, komt de lancering van de Cancer Risk Calculator op een zeer geschikt moment. Deze applicatie kan een sleutelrol spelen in het verbeteren van de gezondheidsgeletterdheid, wat essentieel is voor het bevorderen van preventief gedrag en het verminderen van de ziektelast. Door het aanbieden van wetenschappelijk onderbouwde, gepersonaliseerde risicobeoordelingen, moedigt de CRC gebruikers aan om bewuste en gezonde keuzes te maken, wat uiteindelijk kan bijdragen aan een lagere incidentie van kanker.

Conclusie

De Cancer Risk Calculator vertegenwoordigt een belangrijke stap vooruit in de wereld van digitale gezondheidstechnologie. Het biedt gebruikers een uitgebreid en gebruiksvriendelijk hulpmiddel om hun kankerrisico’s beter te begrijpen en actief preventieve maatregelen te nemen. Als radiotherapeut-oncoloog ben ik ervan overtuigd dat deze applicatie een waardevolle aanvulling is op de huidige gezondheidszorg en ik moedig zowel professionals als het grote publiek aan om deze tool te verkennen.

Voor meer informatie over de applicatie en de wetenschappelijke basis ervan, verwijs ik u graag naar onze publicatie: Westerlinck P, Coucke P, Albert A. Development of a cancer risk model and mobile health application to inform the public about cancer risks and risk factors. Int J Med Inform. 2024 Sep;189:105503. doi: 10.1016/j.ijmedinf.2024.105503.

Door proactief uw gezondheid te beheren met de nieuwste technologie, kunt u het verschil maken in uw eigen welzijn en dat van anderen om u heen.

Een Nieuwe Mobiele Gezondheidsapplicatie voor Kankerpreventie: De Cancer Risk Calculator

Geplaatst door: Dr. Philippe Westerlinck, Radiotherapeut-Oncoloog, Universitair Ziekenhuis van Luik

De technologische vooruitgang biedt ons steeds meer mogelijkheden om onze gezondheid proactief te beheren. In dit licht ben ik verheugd om een baanbrekende mobiele applicatie onder uw aandacht te brengen, genaamd de Cancer Risk Calculator (CRC). Deze applicatie is recentelijk beschreven in een peer-reviewed publicatie en biedt veelbelovende mogelijkheden voor zowel de algemene bevolking als voor medische professionals.

Wat is de Cancer Risk Calculator?

De Cancer Risk Calculator is een gratis beschikbare mobiele applicatie die specifiek is ontworpen om gebruikers te informeren over hun persoonlijke kankerrisico’s en mogelijke preventieve maatregelen. Dit innovatieve hulpmiddel maakt gebruik van een uitgebreid en geavanceerd risicomodel dat gebruikers helpt om hun risico op 38 verschillende soorten kanker te begrijpen. Het model legt bijzondere nadruk op wijzigbare risicofactoren, wat gebruikers in staat stelt om proactieve stappen te ondernemen om hun gezondheidsuitkomsten te verbeteren.

Hoe werkt de applicatie?

De applicatie biedt gepersonaliseerde risicobeoordelingen door gegevens te integreren uit betrouwbare bronnen, zoals het Surveillance, Epidemiology, and End Results Program en andere wetenschappelijke literatuur. Naast het eigen ontwikkelde risicomodel, maakt de CRC ook gebruik van 137 andere gepubliceerde en gevalideerde modellen. Deze zijn zorgvuldig geselecteerd en aangepast om relevant te zijn voor de individuele gebruiker, afhankelijk van diens unieke gezondheidsprofiel en risicofactoren. Hierdoor kunnen gebruikers niet alleen inzicht krijgen in hun algemene kankerrisico’s, maar ook gerichte informatie ontvangen over hoe zij deze risico’s kunnen verminderen.

Wat maakt deze applicatie uniek?

In tegenstelling tot bestaande hulpmiddelen op de markt, onderscheidt de Cancer Risk Calculator zich door een bredere dekking van kankersoorten en risicofactoren. De applicatie is bovendien volledig beschikbaar in het Nederlands, evenals in het Engels en Frans, wat de toegankelijkheid voor een breed publiek vergroot. Dit maakt het een waardevolle bron voor zowel individuen die geïnteresseerd zijn in het actief beheren van hun gezondheid, als voor gezondheidswerkers die hun patiënten beter willen informeren.

Waarom is dit belangrijk?

Met de toenemende populariteit van gezondheidstechnologieën en de nadruk op preventieve gezondheidszorg, komt de lancering van de Cancer Risk Calculator op een zeer geschikt moment. Deze applicatie kan een sleutelrol spelen in het verbeteren van de gezondheidsgeletterdheid, wat essentieel is voor het bevorderen van preventief gedrag en het verminderen van de ziektelast. Door het aanbieden van wetenschappelijk onderbouwde, gepersonaliseerde risicobeoordelingen, moedigt de CRC gebruikers aan om bewuste en gezonde keuzes te maken, wat uiteindelijk kan bijdragen aan een lagere incidentie van kanker.

Conclusie

De Cancer Risk Calculator vertegenwoordigt een belangrijke stap vooruit in de wereld van digitale gezondheidstechnologie. Het biedt gebruikers een uitgebreid en gebruiksvriendelijk hulpmiddel om hun kankerrisico’s beter te begrijpen en actief preventieve maatregelen te nemen. Als radiotherapeut-oncoloog ben ik ervan overtuigd dat deze applicatie een waardevolle aanvulling is op de huidige gezondheidszorg en ik moedig zowel professionals als het grote publiek aan om deze tool te verkennen.

Voor meer informatie over de applicatie en de wetenschappelijke basis ervan, verwijs ik u graag naar onze publicatie: Westerlinck P, Coucke P, Albert A. Development of a cancer risk model and mobile health application to inform the public about cancer risks and risk factors. Int J Med Inform. 2024 Sep;189:105503. doi: 10.1016/j.ijmedinf.2024.105503.

Door proactief uw gezondheid te beheren met de nieuwste technologie, kunt u het verschil maken in uw eigen welzijn en dat van anderen om u heen.

De applicatie downloaden?

Android: https://play.google.com/store/apps/details?id=be.tdf_it.cancerrisk&hl=en_US

Apple: https://apps.apple.com/be/app/cancer-risk-calculator/id1452067400

Geplaatst door: Dr. Philippe Westerlinck, Radiotherapeut-Oncoloog, Universitair Ziekenhuis van Luik

Het bericht Een Nieuwe Mobiele Gezondheidsapplicatie voor Kankerpreventie: De Cancer Risk Calculator verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Diabetici met fysieke beperking kunnen voortaan zelf bloed prikken

Ingenieurs UAntwerpen ontwerpen goedkope bloedprikkerhouder die eenvoudig geprint kan worden

Voor diabetespatiënten met een fysieke beperking is zelf bloed prikken vaak onmogelijk. Onderzoekers en oud-studenten industriële wetenschappen van de Universiteit Antwerpen ontwierpen op vraag van het diabetescentrum van AZ Sint-Maarten een bloedprikkerhouder voor deze doelgroep. AZ Sint-Maarten in Mechelen testte het prototype en zal het toestel als eerste ziekenhuis in gebruik nemen. Wereldwijd kunnen ziekenhuizen het design nu ook zelf maken met een 3D-printer.

Mensen met diabetes moeten heel regelmatig bloed prikken om hun bloedsuikerwaardes te meten. Bij de meeste patiënten gaat dat heel vlot, maar niet bij iedereen. “Diabetici met fysieke beperkingen kunnen de bestaande bloedprikkers moeilijk of soms gewoon niet gebruiken”, zegt Ilde Van den Bulck, diabeteseducator en teamleider van het diabetescentrum in het AZ Sint-Maarten (Mechelen). “Denk bijvoorbeeld aan patiënten met halfzijdige verlammingen of mensen die als gevolg van een complicatie van vergevorderde diabetes gedeeltelijk blind worden. Zij hebben iemand nodig om hen te helpen met het prikken van bloed. Tot vier keer per dag is die hulp noodzakelijk. Een tool zou patiënten moeten helpen om zelfstandiger te worden.”

Robuuste oplossing

Van den Bulck nam contact op met het iMagineLab van de Universiteit Antwerpen. Dat is de technologieclub en makerspace van de Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen. Studenten, onderzoekers en alumni werken er aan wetenschappelijke en technologische projecten. Postdoctorale onderzoekers Thomas Huybrechts en Thomas Janssen en alumnus Satish Singh bogen zich over de kwestie. De drie ingenieurs ontwierpen meerdere prototypes. “We bouwden eerst een mechanische constructie die met behulp van een motortje omhoog en omlaag bewoog met een batterij”, legt Huybrechts uit. “We beseften echter dat de eindgebruiker nood had aan een simplistische, robuuste oplossing die makkelijk na te bouwen is in ziekenhuizen. Daarom ontwierpen we een bloedprikkerhouder die een veelgebruikt model van bloedprikker kan vasthouden en bevestigen.”

Eenvoudig zelf printen

Oud-student Satish Singh is zelf diabetespatiënt. “Er zijn sensoren op de markt die hetzelfde doen als een bloedprikker, zonder dat patiënten die hoeven vast te houden. Patiënten kunnen die sensoren via een app linken met hun smartphone. Maar ze zijn duur en worden niet terugbetaald voor vele diabetespatiënten.” Daar maakt de bloedprikkerhouder van de Antwerpse ingenieurs het verschil. “Ons ontwerp biedt een low-costoplossing”, zegt Janssen. “Het design is gratis online (open source) beschikbaar. Zo kunnen ziekenhuizen of patiënten met een 3D-printer gemakkelijk eigen bloedprikkerhouders printen. Dit maakt de oplossing betaalbaar, toegankelijk en wereldwijd inzetbaar. Het printen van een bloedprikkerhouder duurt ongeveer twee uur en komt op minder dan één euro aan materiaalkost per exemplaar. We gebruiken filament uit PLA, een soort plastic.” AZ Sint-Maarten zal de bloedprikkerhouder als eerste ziekenhuis gaan gebruiken. De ingenieurs van iMagineLab willen in de toekomst hun vaardigheden blijven gebruiken om problemen uit de zorgsector op te lossen.

Bijkomende info:

Producteigenaars:Thomas Huybrechts (postdoctorale onderzoeker UAntwerpen – Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen),Thomas Janssen (postdoctorale onderzoeker UAntwerpen – Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen)en Satish Singh (alumnus UAntwerpen – Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen) Drie industrieel ingenieurs en leden van technologieclub/makerspace iMagineLab (op Campus Groenenborger)[email protected] https://github.com/iMagineLab-BE/blood-pricker-holder/

Het bericht Diabetici met fysieke beperking kunnen voortaan zelf bloed prikken verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Snelle en eenvoudige nacontroles prostaatkanker dankzij VGZ en Catharina Ziekenhuis

Het scheelt patiënt betalen eigen risico

Eindhoven | Mannen die een jaar na hun prostaatverwijdering voor prostaatkanker geen hoog-risico risicowaarden hebben én geen klachten, worden bij het Catharina Ziekenhuis vanaf dat moment overgedragen aan de eerstelijnszorg voor nacontroles. Nu het een bewezen succes is, gaat zorgverzekeraar VGZ dit opnemen in het Zinnige Zorg-programma richting andere ziekenhuizen.

De genoemde werkwijze werd vorig jaar maart doorgevoerd in het Catharina Ziekenhuis; het gaat om kankerpatiënten die een robot geassisteerde radicale prostatectomie (prostaatverwijdering) hebben ondergaan. “Als de PSA-waarde (risicowaarde, red.) van de patiënt een jaar na de operatie 0 (onmeetbaar) is, dan is alles goed”, legt uroloog Robert Hoekstra uit. “Eigenlijk een heel makkelijke vorm van controle door bloedafname. De protocollen schreven voor dat ze gedurende tien jaar terugkomen in het ziekenhuis, maar als de functies (continentie en erectiele functie) na één jaar stabiel zijn, dan gebeurt er daarna eigenlijk niet zoveel meer.”En dus kon dat gerust anders. “Diagnostiek voor U, de organisatie voor alle eerstelijnsdiagnostiek met vestigingen in en rondom Eindhoven, prikt nu na het eerste jaar bloed op vastgestelde momenten in de zogeheten follow-up. En als de PSA-waarde niet 0 is, dan slaan ze direct alarm. Zo niet, dan scheelt dat ons heel veel polibezoeken en de patiënt veel reistijd. En hebben de urologen door dit vangnet meer tijd voor de complexe zorg.” Omdat het eerstelijnszorg (zorg waar je zonder verwijzing naartoe kunt) betreft, scheelt het de patiënt bovendien het betalen van eigen risico.

Suzanne Jacobs, programmamanager Zinnige Zorg van het Catharina Ziekenhuis, is trots op het mooie resultaat. Ze schetst wat meer achtergronden. “VGZ is al jaren onze grootste verzekeraar. We maken sinds 2015 samen onderdeel uit van het Netwerk Zinnige Zorg, met als filosofie om de zorg in Nederland toegankelijk en betaalbaar te houden. Dat doen we door Good Practices (succesformules) met elkaar te delen. En niet alleen dat: alle partners nemen ze over of gaan dat doen, zo ook nu bij de nacontroles van prostaatkanker. Toen eind 2023 het contract verlengd werd, waren de cijfers al indrukwekkend: door heel Nederland waren al 114 initiatieven voor zinnige zorg ingezet, waarvan 25 uit het Catharina Ziekenhuis.”Jacobs denkt samen met VGZ dat nacontroles in de eerste lijn voor andere aandoeningen navolging kan krijgen. “Het heeft de potentie om breder dan alleen bij prostaatkanker toegepast te worden. De complexiteit van deze diagnostiek is heel overzichtelijk: het is óf goed óf fout. Omdat het aantal controles voor dit soort patiënten best hoog is, scheelt het de specialisten veel tijd, die ze kunnen gebruiken om andere patiënten te zien. En het komt ook niet bovenop het toch al volle bordje van de huisarts. En wat Robert Hoekstra al zei: er zijn tal van voordelen voor hen. Het is een mooi natraject zo. Voor de patiënt, voor het ziekenhuis en voor de hele zorg in Nederland.”

Het Catharina Ziekenhuis werkt al ongeveer tien jaar samen met het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) en Radboudumc om voor patiënten de beste prostaatkankerzorg te leveren. Dat doen zij onder de naam Prosper. Alle operaties worden uitgevoerd op de locatie CWZ.

Robert Hoekstra (l). Foto: Jarno Verhoef/Catharina Ziekenhuis

Bron: CZE

Het bericht Snelle en eenvoudige nacontroles prostaatkanker dankzij VGZ en Catharina Ziekenhuis verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Onderzoek naar mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en oversterfte in Nederland: Een statistische analyse

De afgelopen jaren heeft Nederland te maken gehad met een opmerkelijke stijging van oversterfte, wat vragen oproept over de mogelijke oorzaken. Het jaar 2022 markeerde het vierde opeenvolgende jaar van oversterfte, en ook in 2023 blijven sommige maanden boven de verwachte sterftecijfers uitkomen. Dit heeft geleid tot bezorgdheid in de samenleving en onder wetenschappers. Eén van de meest besproken hypothesen is de mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en de oversterfte. Om deze hypothese wetenschappelijk te onderzoeken, dienden Pieter Omtzigt en de Tweede Kamer eind 2021 een unaniem gesteunde motie in voor academisch onderzoek.

Als reactie daarop hebben professor Ronald Meester en dr. Marc Jacobs een diepgaand statistisch onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er een verband bestaat tussen Covid-19 vaccinaties en de oversterfte in Nederland van 2021 tot 2023. De resultaten van dit onderzoek worden cruciaal geacht voor het publieke debat en voor beleidsmakers.

Het doel van het onderzoek

Dit onderzoek heeft als doel om een wetenschappelijke onderbouwing te leveren voor de mogelijke relatie tussen vaccinaties en sterfte door alle oorzaken. Het is van groot belang dat het onderzoek objectief, grondig en transparant wordt uitgevoerd om zowel voor- als tegenstanders van vaccinatie met betrouwbare informatie te kunnen voorzien.

Een belangrijke stap in het onderzoek is het systematisch doorzoeken van bestaande literatuur, preprints, blogs en andere publicaties die het verband tussen vaccinatie en sterfte hebben onderzocht. Vervolgens worden de gebruikte methoden, aannames, beperkingen en data zorgvuldig beoordeeld. Op basis van deze informatie zullen de onderzoekers hun eigen analyses uitvoeren, ondersteund door statistische technieken die rekening houden met factoren zoals verschillende vaccinatiedoses en -typen.

Financiering en activiteiten

Voor de uitvoering van het onderzoek werd een minimumbedrag van €50.000 benodigd, wat inmiddels is opgehaald. Het streven is om dit bedrag op te voeren tot €100.000, wat meer ruimte biedt voor uitgebreidere analyses. Het grootste deel van het budget gaat naar het inhuren van de onderzoekers, met 10% bestemd voor de organisatie en facilitaire kosten.

De kernactiviteiten van het onderzoek zijn:

Het uitvoeren van systematisch literatuuronderzoek.

Het bespreken en analyseren van statistische methoden.

Het beoordelen van de gebruikte datasets.

Het uitvoeren van onafhankelijke analyses om een uitgebreid statistisch beeld te schetsen van de mogelijke verbanden tussen vaccinaties en sterfte.

Verwachte output en uitkomst

Het onderzoek zal resulteren in een rapport dat voor iedereen digitaal beschikbaar zal zijn. De onderzoekers zullen in het rapport de bevindingen van hun analyses presenteren en hopelijk inzicht geven in de mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en de oversterfte. Een cruciale bevinding kan ook zijn dat er geen verband is, wat even waardevol is in dit onderzoek. Het doel is om transparantie te waarborgen en bij te dragen aan een beter geïnformeerd publiek debat.

Impact op het publieke debat

Het publieke debat over vaccinaties is sterk gepolariseerd. Een gebrek aan betrouwbare en transparante data heeft geleid tot verhitte discussies, vaak gebaseerd op meningen in plaats van feiten. Dit heeft zelfs geleid tot verdeeldheid binnen families en gemeenschappen. Dit academisch onderzoek heeft de potentie om deze verdeeldheid te verminderen door te zorgen voor feiten en een wetenschappelijk onderbouwd perspectief. Het biedt niet alleen inzichten voor burgers, maar kan ook de basis vormen voor beleidsbeslissingen en politieke discussies.

Conclusie

Het academisch onderzoek naar een mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en oversterfte is een belangrijk initiatief dat kan bijdragen aan een gezondere publieke discussie. Dankzij de inspanningen van prof. dr. R.W.J. Meester en dr. M. Jacobs, en de donaties die dit onderzoek mogelijk maken, kan Nederland binnenkort beschikken over beter onderbouwde informatie. Transparantie en onafhankelijkheid staan centraal in dit proces, zodat de samenleving zich op een verantwoorde manier kan positioneren in deze complexe kwestie.

Het bericht Onderzoek naar mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en oversterfte in Nederland: Een statistische analyse verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

EasyJet schendt VN-verdrag Handicap:

Bestuurder PerSaldo uit vliegtuig gezet vanwege handicap

Onlangs werd Caroline Boerma, bestuurder van Per Saldo, zonder pardon door EasyJet uit een vliegtuig naar Genève gezet. Het excuus? Haar zitpositie zou niet veilig zijn. Ironisch genoeg was ze onderweg naar een VN-hoorzitting over het VN-verdrag Handicap, waar de Nederlandse overheid werd ondervraagd over de rechten van mensen met een beperking, meldt Per Saldo op haar website. Dit voorval laat pijnlijk zien hoe weinig progressie er in Nederland – en Europa – is geboekt sinds de invoering van het verdrag.

Politiek falen en tekortschieten van luchtvaartmaatschappijen

Caroline gaf aan dat ze oncomfortabel zat vanwege beperkte beenruimte, waarop EasyJet besloot haar letterlijk aan de grond te houden. Ondanks haar uitleg dat ze geen speciale hulpmiddelen nodig had, werd haar deelname aan de vlucht geweigerd omdat er een “medische gordel” zou ontbreken – een hulpmiddel dat niet eens bestaat.

Dit incident legt bloot hoe ver wij nog afstaan van een inclusieve samenleving. Het VN-verdrag Handicap, dat Nederland al in 2016 ratificeerde, lijkt tot op heden slechts op papier te bestaan. Mensen met een beperking worden nog altijd dagelijks geconfronteerd met onwetendheid en ontoegankelijke diensten, zelfs wanneer ze strijden voor hun rechten op internationaal niveau. Caroline’s ervaring met EasyJet is slechts één van de vele voorbeelden van hoe luchtvaartmaatschappijen structureel falen om mensen met een handicap gelijkwaardig te behandelen.

VN-verdrag Handicap: Nederland onder vuur

Tijdens de hoorzitting op 15 augustus in Genève stond de Nederlandse overheid ter verantwoording voor het falen om het VN-verdrag effectief uit te voeren. Sinds de ratificatie is de situatie voor mensen met een beperking niet verbeterd – integendeel, er is zelfs sprake van achteruitgang. Caroline kon hierover vanuit eigen ervaring meepraten: “Wat voor de meeste mensen normaal is, zoals reizen, blijft voor mensen met een beperking een uitdaging. Dit incident toont dat de wereld nog steeds niet is ingericht op toegankelijkheid voor iedereen.”

Conclusie

Het incident met Caroline en EasyJet is een schrijnend voorbeeld van hoe het VN-verdrag in de praktijk tekortschiet. Het laat zien dat er nog steeds fundamentele veranderingen nodig zijn in hoe de samenleving – en luchtvaartmaatschappijen in het bijzonder – omgaan met mensen met een beperking. Het is hoog tijd dat politici en bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen en daadwerkelijk werk maken van inclusie en toegankelijkheid.

Bron: Per Saldo

Het bericht EasyJet schendt VN-verdrag Handicap: verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

De herkomst en medisch isotopen van Terbium-161 en Lutetium-177, en de afhankelijkheid van Rusland

Terbium-161 en Lutetium-177 zijn radioactieve isotopen die de afgelopen jaren steeds meer aandacht hebben gekregen in de medische wetenschap, vooral voor de behandeling van kanker. Via gerichte radioligandentherapie brengen deze isotopen straling direct naar tumorcellen, met minimale schade aan gezond weefsel. Echter, er zijn groeiende zorgen onder Nederlandse medici en farmaceutische bedrijven over de Europese afhankelijkheid van de Russische nucleaire sector, die cruciaal is voor de productie van bepaalde radioactieve stoffen, waaronder Lutetium-177. Dit artikel bespreekt de herkomst, medische toepassingen en de geopolitieke uitdagingen rond deze isotopen.

Herkomst van medisch isotopen Terbium-161 en Lutetium-177

Terbium-161

Terbium-161 is een relatief nieuwe radioactieve isotoop die wordt geproduceerd door neutronenbestraling van gadolinium-160 in kernreactoren. De productie is complex en vereist gespecialiseerde nucleaire infrastructuur, wat de beschikbaarheid beperkt. Dankzij zijn vermogen om zowel beta-straling als Auger-elektronen uit te zenden, is terbium-161 bijzonder geschikt voor medische toepassingen, vooral in de behandeling van kleinere tumoren zoals micrometastasen.

Lutetium-177

Lutetium-177 is een gevestigde radioactieve isotoop die wordt gebruikt in radioligandentherapie. Het wordt geproduceerd door het verrijken van ytterbium-176, een zeldzaam aardmetaal, wat voornamelijk gebeurt in Rusland. Dit proces levert de radioactieve stof op die vervolgens wordt verwerkt tot geneesmiddelen. Lutetium-177 heeft een halfwaardetijd van ongeveer 6,7 dagen, wat het zeer geschikt maakt voor gerichte radiotherapie in de behandeling van kanker, zoals prostaatkanker.

Medische Toepassingen

Radioligandentherapie: Basisprincipe

Radioligandentherapie maakt gebruik van moleculen die specifiek gericht zijn op tumorcellen en een radioactieve isotoop, zoals Lutetium-177 of Terbium-161, naar de kankercellen transporteren. Eenmaal gebonden aan de tumor zendt de isotoop straling uit, die de tumorcellen vernietigt met minimale schade aan omliggende gezonde weefsels.

Toepassing van Terbium-161

Terbium-161 wordt onderzocht vanwege zijn unieke eigenschappen die het mogelijk maken om zowel op grotere afstand tumorcellen te vernietigen (via beta-straling) als om met precisie kleine tumoren aan te pakken (via Auger-elektronen). Hierdoor heeft het een groot potentieel bij de behandeling van kleinere en moeilijk te bereiken tumoren, zoals micrometastasen.

Toepassing van Lutetium-177 in Nederland

In Nederland wordt Lutetium-177 momenteel al gebruikt in ziekenhuizen voor de behandeling van prostaatkanker in een vergevorderd stadium. Lutetium-177-DOTATATE is goedgekeurd voor de behandeling van uitgezaaide prostaatkanker. Deze behandeling kan het leven van patiënten met gemiddeld vier maanden verlengen, maar belangrijker nog, het verbetert de kwaliteit van leven aanzienlijk in de laatste maanden van hun ziekte.

De verwachting is dat de toepassing van Lutetium-177 in de komende jaren sterk zal toenemen, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. De verwachting is dat de behandeling eerder in de ziektecyclus kan worden ingezet, wat het potentieel heeft om duizenden patiënten per jaar te behandelen en betere resultaten te bieden.

Geopolitieke Uitdagingen: Europese Afhankelijkheid van Rusland

Ondanks het potentieel van Lutetium-177 in de behandeling van kanker, is er grote bezorgdheid over de Europese afhankelijkheid van Rusland voor de productie van deze en andere medische isotopen. Lutetium-177 wordt gemaakt door ytterbium-176 te verrijken, een proces dat momenteel bijna uitsluitend in Rusland plaatsvindt. Deze afhankelijkheid van een geopolitiek kwetsbare regio maakt de Europese en met name Nederlandse medische sector kwetsbaar voor verstoringen in de aanvoer.

De nucleaire industrie in Nederland, met name rond de reactor in Petten, is een van de belangrijkste wereldwijde producenten van medische isotopen, waaronder Lutetium-177. Farmaceutische bedrijven in Petten produceren geneesmiddelen voor zowel de Nederlandse markt als voor andere landen waar Lutetium-177 wordt gebruikt in de behandeling van kanker. Deze bedrijven zijn echter sterk afhankelijk van Russische verrijkte grondstoffen om hun producten te kunnen blijven produceren.

Met de toename van radioactieve geneesmiddelen in ziekenhuizen voor zowel diagnose als behandeling van kanker, zijn betrouwbare toeleveringsketens cruciaal geworden. Het gebruik van Lutetium-177 zal naar verwachting aanzienlijk toenemen, wat de afhankelijkheid van Rusland een urgent probleem maakt dat vraagt om oplossingen op zowel politiek als industrieel niveau.

Toekomstige Ontwikkelingen

Er zijn dringende oproepen vanuit de medische en farmaceutische wereld om alternatieve bronnen voor de verrijking van ytterbium-176 te ontwikkelen, zodat Europa minder afhankelijk wordt van Rusland. Dit kan inhouden dat landen investeren in hun eigen nucleaire infrastructuur of samenwerken met andere niet-Russische producenten.

Tegelijkertijd blijft de interesse in het gebruik van radioactieve isotopen zoals Terbium-161 en Lutetium-177 toenemen vanwege hun veelbelovende resultaten in kankerbehandeling. Onderzoekers blijven werken aan manieren om deze isotopen nog effectiever te maken en nieuwe behandelingsmethoden te ontwikkelen die minder afhankelijk zijn van externe factoren.

Conclusie

Terbium-161 en Lutetium-177 zijn krachtige isotopen met groot potentieel in de behandeling van kanker. Terwijl Lutetium-177 al breed klinisch wordt ingezet, blijft Terbium-161 zich ontwikkelen als een waardevolle aanvulling op radioligandentherapieën. Echter, de Europese afhankelijkheid van Rusland voor de productie van Lutetium-177 is een belangrijke uitdaging. Nederland speelt een centrale rol in de productie van medische isotopen, maar moet stappen ondernemen om de aanvoer van grondstoffen te waarborgen. De voortdurende vooruitgang in nucleaire geneeskunde biedt hoop voor betere behandelingen, maar vraagt om strategische oplossingen voor geopolitieke kwetsbaarheden.

Het bericht De herkomst en medisch isotopen van Terbium-161 en Lutetium-177, en de afhankelijkheid van Rusland verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Tilburg University viert Opening Academisch Jaar 2024 met focus op mentale gezondheid en geluk

Op maandag 2 september 2024 opent Tilburg University het nieuwe academische jaar met een ceremonie in de Aula van het Cobbenhagengebouw. Dit jaar staat het evenement in het teken van een belangrijk en actueel thema: mentale gezondheid en geluk. Dit thema raakt ons allemaal, zowel op persoonlijk als maatschappelijk vlak, en als universiteit spelen wij een cruciale rol in het bevorderen van welzijn en geluk binnen onze maatschappij

De middag begint met een keynote van Professor Maureen Sie, hoogleraar filosofie van moreel handelen, die in haar toespraak ingaat op de vraag ‘Hoe gaat het met ons?’. Ze benadert het thema mentale gezondheid vanuit een breed perspectief, waarbij ze niet alleen focust op jongeren en studenten, maar ook op de bredere samenleving. Professor Sie deelt haar inzichten over de uitdagingen en kansen om welzijn te bevorderen binnen de academische wereld. Het programma vervolgt met een muzikaal intermezzo door pianist en componist Jan-Willem Rozenboom, samen met universitair docent Martin Hoondert. Zij laten het publiek ervaren hoe muziek kan bijdragen aan het gevoel van geluk.

Live podcastgesprek

De middag wordt afgesloten met een live podcastgesprek, geleid door universitair docent Roos Slegers. Samen met een divers panel, bestaande uit onder andere vice rector magnificus Jantine Schuit, een student, een docent en een vertrouwenspersoon, wordt dieper ingegaan op het thema mentaal welzijn. Het gesprek richt zich op hoe zowel binnen de universiteit als in de bredere maatschappij mentale gezondheid en welzijn kunnen worden bevorderd.

Programma

Het programma van de Opening van het Academisch jaar duurt ongeveer anderhalf uur en start om 15.00 uur:

Opening rector magnificus en voorzitter Wim van de DonkKeynote professor Maureen SieMuzikaal intermezzo door pianist en componist Jan-Willem Rozenboom en universitair docent Martin HoondertPodcastgesprek geleid door universitair docent Roos SlegersAfsluitende netwerkborrel

Experts Zorg en Welzijn

Het maatschappelijke thema Zorg en Welzijn is een zeer belangrijk thema voor de samenleving en dus ook voor onze universiteit. Een goede mentale en fysieke gezondheid voor iedereen is namelijk een noodzakelijke voorwaarde voor brede welvaart. Wij besteden hier dan ook veel aandacht aan, zowel in ons onderwijs, ons onderzoek maar ook als werkgever voor onze werknemers.

Bron: Zorg en welzijn | Tilburg University  

Het bericht Tilburg University viert Opening Academisch Jaar 2024 met focus op mentale gezondheid en geluk verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Webinar over de gevolgen van de Cyberbeveiligingswet voor de zorg

Op woensdag 11 september van 11.00 tot 12.15 uur organiseert het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een online webinar over de gevolgen voor de zorgsector van de omzetting van de NIS2-richtlijn in de Cyberbeveiligingswet. Deze wet moet de cybersecurity van onmisbare sectoren in ons land – zoals de zorg – versterken.

Tijdens het webinar zal het onder andere gaan over de rol van expertisecentrum Z-CERT als zogeheten Computer Security Incident Response Team (CSIRT) voor de zorg, en het toezicht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Er wordt ook kort aandacht besteed aan de raakvlakken met de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten. Die wet gaat over de fysieke weerbaarheid van vitale processen in Nederland, zoals delen van de gezondheidszorg.

Een weerbare EU met Cyberbeveiligingswet

De digitale en fysieke veiligheid van onze samenleving staan steeds vaker onder druk. Tegelijkertijd digitaliseert de samenleving en zeker de zorg steeds meer. De Europese Commissie wil de digitale en fysieke weerbaarheid van de EU daarom vergroten en speelt hierop in met de invoering van twee richtlijnen: de Network and Information Security directive (NIS2) en de Critical Entities Resilience directive (CER).

Een weerbare zorg in een weerbaar Nederland

De NIS2-richtlijn wordt in Nederland omgezet in de Cyberbeveiligingswet met als doel om de cybersecurity van onmisbare sectoren in ons land te versterken. De CER-richtlijn wordt omgezet in de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten en richt zich op de fysieke weerbaarheid van vitale processen in Nederland.

Een groot aantal organisaties in de zorgsector krijgt in 2025 te maken met deze nieuwe wetgeving. Het gaat daarbij om zorgaanbieders, EU-referentielaboratoria, geneesmiddelenfabrikanten, onderzoeksinstellingen naar geneesmiddelen en vervaardigers van medische hulpmiddelen. Als de wet op hen van toepassing is, moeten deze organisaties hun informatiebeveiliging op orde te hebben en cyberincidenten melden.

Wanneer valt een zorgorganisatie onder de Cyberbeveiligingswet?

Een organisatie valt automatisch onder de Cyberbeveiligingswet als ze actief is in één of meer van de hierboven genoemde (deel)sectoren én indien zij kunnen worden aangemerkt als ‘essentiële of belangrijke entiteit’. Om als essentieel of belangrijk aangemerkt te worden, wordt gekeken naar de omvang en de grootte van de organisatie. Grofweg is de wet niet van toepassing op organisaties die kleiner zijn dan 50fte en een omzet en jaarbalans hebben die beiden kleiner zijn dan 10 miljoen euro.

Organisaties in de zorg die niet aan bovenstaande criteria voor fte, jaarbalans en omzet voldoen, maar wel een essentiële rol vervullen in de maatschappij, kunnen door VWS worden aangewezen als essentiële entiteit indien het Ministerie daar aanleiding toe ziet.

Belangrijk om te weten: een organisatie die door de minister is aangewezen als kritieke entiteit in de zin van de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten moet ook voldoen aan de verplichtingen die voortkomen uit de Cyberbeveiligingswet. Hoe dat precies zit, wordt uitgelegd tijdens het webinar op 11 september.

Programma

Het webinar, onder leiding van gastheer Joost Hoebink, wordt geopend door Abigail Norville, plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van VWS. Vervolgens komen verschillende experts aan het woord:

Birte van Elk, projectleider implementatie NIS2 en CER in de zorg bij VWS, over wat de Cyberbeveiligingswet inhoudt

Leonie Leliveld, hoofd Departementaal Crisiscentrum VWS, over de raakvlakken tussen de Cyberbeveiligingswet en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten

Daan Brinkhuis, Teamlead Relations bij Z-CERT, over de rol van een CSIRT in de zorg

Ronald Jansen, Hoofd Medische Technologie bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), over toezicht op cybersecurity in de zorg

Aanmelden

Iedereen die meer wil weten over de Cyberbeveiligingswet en de gevolgen voor de zorgsector kan zich aanmelden voor het webinar via de onderstaande link. Tijdens het webinar kunnen in de chat vragen worden gesteld. Sommige vragen zal VWS direct beantwoorden. Overige vragen worden verwerkt op de pagina met veelgestelde vragen.

Het bericht Webinar over de gevolgen van de Cyberbeveiligingswet voor de zorg verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Veiligheid in zorgsector is verslechterd

Zorgpersoneel heeft zelf ook zorg nodig

Het welzijn van zorgmedewerkers is op het vlak van werk-privébalans en persoonlijke ontwikkeling de afgelopen jaren verbeterd, zo blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Toch heeft het zorgpersoneel te maken met toegenomen agressie, intimidatie en fysiek en emotioneel zwaar werk. Beleid moet zich focussen op preventie, signalering en nazorg om veiligheid van personeel te borgen.

De krapte op de arbeidsmarkt blijft een hardnekkig probleem. Vooral de zorgsector wordt extra hard getroffen vanwege de vergrijzing. Niet alleen zijn er meer ouderen om voor te zorgen, ook gaat veel zorgpersoneel de komende tien jaar met pensioen. Dit levert enerzijds meer werkdruk op, maar zorgt anderzijds voor een sterkere positie van zorgwerknemers.

Door het tekort aan zorgpersoneel kunnen werknemers namelijk makkelijk overstappen naar een andere werkgever. Waar in 2015 ongeveer de helft van de werknemers dacht eenvoudig van baan te kunnen wisselen, is dit toegenomen naar ruim 4 op de 5 medewerkers in 2023. Om personeel te behouden, moeten zorgaanbieders dus meer investeren in het welzijn van hun werknemers.

Welzijn van zorgpersoneel is verbeterd

In de praktijk blijkt dat zorgaanbieders inderdaad meer inspanningen leveren om het welzijn van hun werknemers te verbeteren. Zo blijkt uit de Welzijnsmonitor dat leidinggevenden vaker de ontwikkeling van vaardigheden van hun personeel stimuleren. In 2015 gaf een kwart van het zorgpersoneel aan dat hun leidinggevende hier aandacht aan besteedt, in 2023 ruim een derde. Daarnaast hebben zorgmedewerkers meer zeggenschap over de uitvoering van hun werk en is hun autonomie gegroeid.

Ook is de balans tussen werk en privé verbeterd, ondanks dat deze laag blijft in vergelijking met andere sectoren. Zo is de vrijheid in het opnemen van verlof gestegen van 36,9 procent in 2015 naar 40,3 procent in 2023. De vrijheid in het bepalen van de werktijden is in dezelfde periode gestegen van 16,8 naar 20 procent. Hoewel de verbeteringen op de werk-privébalans klein zijn, is deze ontwikkeling gezien de toegenomen druk op de zorg toch noemenswaardig. Met het geven van meer flexibiliteit willen zorginstellingen vooral voorkomen dat hun werknemers vertrekken en zich vervolgens aanbieden als zelfstandig ondernemer (zzp’er), een positie die doorgaans meer vrijheid biedt.

Zorgsector blijft achter op gezondheid en veiligheid

Hoewel het welzijn in bepaalde opzichten is verbeterd, valt er op het gebied van gezondheid en veiligheid nog veel te winnen. De Sectorale Welzijnsmonitor toont aan dat werken in de zorg op emotioneel vlak een stuk veeleisender is dan werken in andere sectoren. Zorgpersoneel geeft vier keer vaker aan emotioneel belast te zijn dan personeel in andere sectoren. Vooral psychologen, artsen, sociaal werkers en verzorgenden ondervinden relatief veel druk.

Psychologen in het bijzonder ervaren dit het meest, met meer dan 60 procent die hun werk als emotioneel veeleisend beschouwt. De betrokkenheid die zij hebben bij hun patiënten, de overvolle wachtlijsten en de hoge werkdruk eisen hun tol. Hierdoor kampt 32 procent van de psychologen regelmatig met burn-outklachten, terwijl dit onder het totale zorgpersoneel gemiddeld 20 procent is.

Verder is het werk van zorgpersoneel fysiek zwaar; ruim 42 procent van het zorgpersoneel geeft dit aan. Voor verpleegkundigen, verzorgenden, laboranten en schoonmakers ligt dit percentage zelfs rond de 65 procent. De tegenhangers hiervan zijn de psychologen en sociologen, die weinig fysiek belast zijn in de uitvoering van hun werk.

ZorgfunctiesWerknemers dat het werk regelmatig als emotioneel veeleisend ervaart (%)Werknemers dat regelmatig fysiek belastend werk uitvoert (%)Werknemers dat in de afgelopen 12 maanden te maken heeft gehad met fysiek geweld door patiënten (%)Artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen41,64211,8Assistenten en verpleegkundigen23,963,911,3Verzorgenden35,565,916,4Sociaal werkers40,42619,2Kantoor10,721,71,3Psychologen en sociologen61,153,8Fysiotherapeuten22,532,92,8Laboranten–64,7Schoonmakers11,963,70,3Gemiddeld zorgsector26,942,39,9Gemiddeld sectoren11,437,02,5

Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO

De veiligheid in de zorgsector is vorig jaar als enige indicator in absolute zin verslechterd. Personeel kreeg vaker te maken met incidenten. De Welzijnsmonitor laat zien dat 1 op de 10 zorgmedewerkers in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met lichamelijk geweld door patiënten of hun naasten. In de meeste andere sectoren heeft vrijwel niemand te maken met fysiek geweld. In de retail, dat op een tweede plek staat, heeft ‘slechts’ 1 op de 55 werknemers met fysiek geweld te maken. De zorgsector spant hier dus verreweg de kroon.

Het zijn vooral de zorgverleners die met fysiek geweld te maken hebben, aangezien kantoorpersoneel het gemiddelde in de zorg enigszins omlaag trekt. Zo is bijna 1 op de 5 sociaal werkers afgelopen jaar fysiek belaagd. Onder verzorgenden is het 1 op de 6 en onder verpleegkundigen en artsen 1 op de 8. Ook steekt de zorgsector sterk boven andere sectoren uit op het vlak van intimidatie, bedreigingen en ongewenste seksuele aandacht door patiënten.

Zorginstellingen aan zet om arbeidsomstandigheden te verbeteren

Het zorgpersoneel ondervindt veel last van dit fysieke geweld. De functies die het meest te maken hebben met geweldsincidenten, zoals verzorgenden en sociaal werkers, kennen ook het hoogste langdurig verzuim. Uit de Werkgeversenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat ruim de helft van de werkgevers geen nazorg biedt voor medewerkers die te maken kregen met agressie en geweld, terwijl dit een fundamenteel onderdeel is van het waarborgen van veiligheid en gezondheid. Het gebrek aan nazorg kan een verklaring zijn voor het hoge langdurig verzuim onder werknemers met deze functies.

Daarnaast zijn lastige kwesties niet altijd bespreekbaar en weten werknemers niet altijd waar ze terecht kunnen voor vragen over veilig en gezond werken, zoals blijkt uit de Welzijnsmonitor. Het instellen van een meldpunt of een aanspreekpunt voor onveilige situaties is belangrijk, maar ook is het zaak dat een leidinggevende of collega regelmatig vraagt hoe het gaat.

Het arbobeleid, dat zich richt op de arbeidsomstandigheden, moet een cultuur creëren waar fysieke of emotionele belasting en algeheel welzijn van het zorgpersoneel bespreekbaar zijn. Dit arbobeleid blijkt zich uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad helaas voornamelijk te richten op de gevolgen van ongezond en onveilig werken, terwijl er juist aandacht nodig is voor de preventie hiervan.

Voorlichting, training en nazorg

Uit de Werkgeversenquête van het CBS blijkt dat bijna de helft van de zorgaanbieders ervaart dat de omvang van agressie en geweld in 2023 is toegenomen, terwijl maar een kwart van de werkgevers trainingen geeft in weerbaarheid en omgaan met agressie. Het is juist van belang dat zorgmedewerkers beter voorgelicht en getraind worden om hen handvatten te geven over hoe zij met zulke situaties om moeten gaan. Zo kunnen incidenten in het vervolg voorkomen worden.

Wanneer er wel een incident voorvalt is het leveren van nazorg essentieel. Het faciliteren van nazorg gebeurt nu slechts bij een derde van de werkgevers. Ook duidelijke gedragsregels voor patiënten, met officiële waarschuwingen en in extreme gevallen eventuele uitsluiting van behandeling, bieden kaders voor het zorgpersoneel om veilig hun werk te doen.

Al met al moeten de veiligheid, gezondheid en daarmee het algehele welzijn van zorgpersoneel voorop staan bij zorginstellingen, mede om uitstroom te verminderen van zorgpersoneel, dat immers een sterke positie op de arbeidsmarkt heeft. Preventie, signalering en nazorg zijn hierbij sleutelfactoren. Een meer gezonde en veilige werkomgeving zal ten goede komen aan zorginstellingen, de werknemers en uiteindelijk aan de patiënt.

Het bericht Veiligheid in zorgsector is verslechterd verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Halvering eigen risico: twee voor- en nadelen

Een van de kernpunten van het nieuwe kabinet is om het eigen risico te halveren. Ook willen zij dat patiënten per behandeling niet meer dan 50 euro zelf hoeven te betalen. Dit is fijn nieuws voor zorgbehoevende mensen met een kleine portemonnee, maar er zijn ook mensen voor wie dit besluit minder goed uitpakt. We zetten twee voor- en nadelen van de nieuwe maatregelen voor je op een rij.

Voordeel 1. Drempel wordt lager

Met het huidige eigen risico van 385 euro per jaar, zijn er mensen in Nederland die zorg mijden uit angst veel geld te moeten betalen. Vooral voor mensen met een kleine portemonnee en chronisch zieken is dit het geval. Zij stellen bijvoorbeeld een behandeling uit, laten zich niet doorverwijzen naar het ziekenhuis of een specialist of doen langer met de dosering van medicijnen. Met een verlaging van het eigen risico, zal de drempel voor goede, noodzakelijke zorg voor veel mensen lager worden.

Voordeel 2. Klachten worden eerder behandeld

Als een behandeling zo snel mogelijk nadat de klachten ontstaan plaatsvindt, is deze vaak succesvoller en kosteneffectiever. Als de drempel om naar een arts te gaan wordt verlaagd, zullen mensen waarschijnlijk ook eerder aan de bel trekken. Hierdoor kan voorkomen worden dat de klachten verergeren.

Nadeel 1. Invloed op de zorgpremie

Het halveren van het eigen risico brengt kosten met zich mee voor verzekeraars. Zij moeten namelijk een groter deel van de zorgkosten gaan vergoeden. Dit zal waarschijnlijk zichtbaar zijn in de zorgpremie van de zorgverzekering, die zal gaan veranderen.

Nadeel 2. Meer druk op de zorg

Het is je vast niet onbekend dat er momenteel een hoge druk op de zorg is. Mede door vergrijzing is er momenteel een grotere zorgvraag, terwijl er tegelijkertijd ook een tekort is aan kundig personeel. Deze druk zal mogelijk toenemen als het eigen risico wordt gehalveerd. Als minder mensen zorg mijden, zal dit ook betekenen dat de vraag waarschijnlijk hoger wordt.

De meningen zijn verdeeld

Over het besluit om het eigen risico te verlagen, zijn de meningen verdeeld. Ben jij het eens met het besluit van de regering om het eigen risico te halveren, en een maximaal bedrag per behandeling in te voeren? Of ben jij voorstander om het eigen risico van 385 euro per jaar te behouden?

Het bericht Halvering eigen risico: twee voor- en nadelen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram