In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Laatste kans op rechtvaardigheid voor zorghelden

De FNV roept de Tweede Kamer op vandaag tijdens de behandeling van de begroting van VWS meer geld vrij te maken voor mensen die Long Covid hebben opgelopen door hun werk. Gisteravond werd bekend dat maar 400 mensen geld krijgen uit de Post-Covid regeling waar FNV en CNV hard voor hebben gestreden. Er was geld voor ongeveer 2200[1] mensen. De uiteindelijke regeling – die er kwam op initiatief van vakbonden FNV en CNV – werd echter van meet af aan als te streng bestempeld en voor te weinig beroepen toegankelijk. Door de vakbonden, maar ook door een groot deel van de vorige Tweede Kamerleden. Ook hadden de veelal zieke aanvragers maar een maand de tijd om de zeer gecompliceerde aanvraag te doen. Na 2 jaar zitten duizenden mensen die tijdens corona moesten doorwerken met een WIA-uitkering thuis, anderen werken door hun ziekte noodgedwongen veel minder uren of in een minder zware baan.

Kitty Jong: “We zijn verbijsterd over en enorm geschrokken van de grote hoeveelheid afwijzingen. Hiermee is precies gebeurd waarvoor we gewaarschuwd hadden bij deze te strenge, onredelijke en oneerlijke regeling. Zorghelden die in de frontlinie hebben gestaan hebben in plaats van een beetje compensatie een klap in hun gezicht gekregen. Nederland zei dat het zijn zorghelden niet in de steek zou laten of al die anderen met een essentieel beroep die moesten doorwerken. Maar het inmiddels demissionaire kabinet heeft de mensen onder aanvoering van minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) laten zakken als een baksteen.”

Originele voorstellen zouden nu kunnen rekenen op Kamermeerderheid


Alleen hele specifieke groepen zorgmedewerkers konden vorig jaar onder zeer strenge voorwaarden een eenmalige vergoeding van 15.000 euro krijgen. De regeling was een stuk slechter en ook voor veel minder mensen toegankelijk dan de vakbonden hadden bepleit. Een Eerste Kamer motie vroeg in januari 2023 het kabinet zelfs om 150 miljoen voor een regeling te reserveren. Daarnaast zaten er eisen aan de regeling waar de overheid zelf niet aan kon voldoen. Zo zijn er bij het UWV enorme achterstanden rond de vereiste WIA-keuring. De coalitie weigerde bijna alle voorstellen voor een menselijkere en soepelere compensatieregeling aan een Kamermeerderheid te helpen. Met de huidige samenstelling van de Tweede Kamer zouden al die voorstellen het ruim hebben gehaald.

FNV strijdt nog steeds voor eerlijker regeling


Post covid is sinds januari 2022 erkend als officiële beroepsziekte. Daarom wil de FNV dat het compensatiebedrag wordt geïndexeerd naar 24.010 euro, de standaard vergoeding bij beroepsziekten. Maar dat is niet het enige. De bond willen ook dat de mensen die in de tweede golf ziek werden een beroep op de regeling mogen doen en dat meer beroepsgroepen onder de regeling vallen. Terwijl er waarschijnlijk zo’n 80%1 van de gereserveerde 33 miljoen overblijft zijn er nog steeds mensen die buiten de boot vallen omdat ze ‘net te laat’ ziek werden of op papier ‘net het verkeerde beroep’ hadden. Of dat in de praktijk nu wel of niet zo was.

Tussen papier en praktijk

Bianca van der Heijden werkte in een verzorgingstehuis. Op papier was ze facilitair manager en werkte ze niet direct met patiënten. In de praktijk sorteerde ze tijdens de coronapiek de vuile was van zieke bewoners en liep daardoor long covid op. Afgelopen jaar had ze een maand de tijd om een aanvraag in te dienen. Ondanks de vele inspanningen lukte dat, maar haar aanvraag is afgewezen. Van der Heijden: “Tijdens corona was er geen tijd om naar functies te kijken. Je deed gewoon wat je moest doen. Het is even bizar als onrechtvaardig dat er niet gekeken wordt naar wat je op dat moment in de praktijk deed en dat je werkelijk overal bewijsstukken van moet aanleveren. Ik moest ook van mijn ex-werkgever allemaal bewijzen aanleveren maar ik ben daar zo rot weggegaan die geeft dat nooit meer, dat is een enorme drempel.”

Kamer kan bestuurlijk falen corrigeren

“Zoals Bianca zijn er nog veel meer mensen”, zegt Jong. “Extra wrang is het dat door de strenge voorwaarden en hun slechte conditie talloze mensen de aanvraag bij voorbaat niet zagen zitten. En dat er daarnaast nog duizenden medewerkers van hulpdiensten, onderwijzers en andere mensen uit de frontlinie zijn die op voorhand niet in aanmerking kwamen. Dit is het doelbewust wegzetten van de mensen die de kolen uit het vuur hebben gehaald ten tijde van de coronapandemie. Als de Tweede Kamer zichzelf serieus neemt dan verruimen en verbreden ze de regeling alsnog. Zo corrigeren ze het bestuurlijk falen van dit demissionaire kabinet. Het amendement Bushoff is al een stap in de goed richting maar er is meer nodig: deze of een aanvullende regeling moet soepeler, hoger en toegankelijker.”

Bron: FNV

Het bericht Laatste kans op rechtvaardigheid voor zorghelden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Laatste kans op rechtvaardigheid voor zorghelden

De FNV roept de Tweede Kamer op vandaag tijdens de behandeling van de begroting van VWS meer geld vrij te maken voor mensen die Long Covid hebben opgelopen door hun werk. Gisteravond werd bekend dat maar 400 mensen geld krijgen uit de Post-Covid regeling waar FNV en CNV hard voor hebben gestreden. Er was geld voor ongeveer 2200[1] mensen. De uiteindelijke regeling – die er kwam op initiatief van vakbonden FNV en CNV – werd echter van meet af aan als te streng bestempeld en voor te weinig beroepen toegankelijk. Door de vakbonden, maar ook door een groot deel van de vorige Tweede Kamerleden. Ook hadden de veelal zieke aanvragers maar een maand de tijd om de zeer gecompliceerde aanvraag te doen. Na 2 jaar zitten duizenden mensen die tijdens corona moesten doorwerken met een WIA-uitkering thuis, anderen werken door hun ziekte noodgedwongen veel minder uren of in een minder zware baan.

Kitty Jong: “We zijn verbijsterd over en enorm geschrokken van de grote hoeveelheid afwijzingen. Hiermee is precies gebeurd waarvoor we gewaarschuwd hadden bij deze te strenge, onredelijke en oneerlijke regeling. Zorghelden die in de frontlinie hebben gestaan hebben in plaats van een beetje compensatie een klap in hun gezicht gekregen. Nederland zei dat het zijn zorghelden niet in de steek zou laten of al die anderen met een essentieel beroep die moesten doorwerken. Maar het inmiddels demissionaire kabinet heeft de mensen onder aanvoering van minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) laten zakken als een baksteen.”

Originele voorstellen zouden nu kunnen rekenen op Kamermeerderheid


Alleen hele specifieke groepen zorgmedewerkers konden vorig jaar onder zeer strenge voorwaarden een eenmalige vergoeding van 15.000 euro krijgen. De regeling was een stuk slechter en ook voor veel minder mensen toegankelijk dan de vakbonden hadden bepleit. Een Eerste Kamer motie vroeg in januari 2023 het kabinet zelfs om 150 miljoen voor een regeling te reserveren. Daarnaast zaten er eisen aan de regeling waar de overheid zelf niet aan kon voldoen. Zo zijn er bij het UWV enorme achterstanden rond de vereiste WIA-keuring. De coalitie weigerde bijna alle voorstellen voor een menselijkere en soepelere compensatieregeling aan een Kamermeerderheid te helpen. Met de huidige samenstelling van de Tweede Kamer zouden al die voorstellen het ruim hebben gehaald.

FNV strijdt nog steeds voor eerlijker regeling


Post covid is sinds januari 2022 erkend als officiële beroepsziekte. Daarom wil de FNV dat het compensatiebedrag wordt geïndexeerd naar 24.010 euro, de standaard vergoeding bij beroepsziekten. Maar dat is niet het enige. De bond willen ook dat de mensen die in de tweede golf ziek werden een beroep op de regeling mogen doen en dat meer beroepsgroepen onder de regeling vallen. Terwijl er waarschijnlijk zo’n 80%1 van de gereserveerde 33 miljoen overblijft zijn er nog steeds mensen die buiten de boot vallen omdat ze ‘net te laat’ ziek werden of op papier ‘net het verkeerde beroep’ hadden. Of dat in de praktijk nu wel of niet zo was.

Tussen papier en praktijk

Bianca van der Heijden werkte in een verzorgingstehuis. Op papier was ze facilitair manager en werkte ze niet direct met patiënten. In de praktijk sorteerde ze tijdens de coronapiek de vuile was van zieke bewoners en liep daardoor long covid op. Afgelopen jaar had ze een maand de tijd om een aanvraag in te dienen. Ondanks de vele inspanningen lukte dat, maar haar aanvraag is afgewezen. Van der Heijden: “Tijdens corona was er geen tijd om naar functies te kijken. Je deed gewoon wat je moest doen. Het is even bizar als onrechtvaardig dat er niet gekeken wordt naar wat je op dat moment in de praktijk deed en dat je werkelijk overal bewijsstukken van moet aanleveren. Ik moest ook van mijn ex-werkgever allemaal bewijzen aanleveren maar ik ben daar zo rot weggegaan die geeft dat nooit meer, dat is een enorme drempel.”

Kamer kan bestuurlijk falen corrigeren

“Zoals Bianca zijn er nog veel meer mensen”, zegt Jong. “Extra wrang is het dat door de strenge voorwaarden en hun slechte conditie talloze mensen de aanvraag bij voorbaat niet zagen zitten. En dat er daarnaast nog duizenden medewerkers van hulpdiensten, onderwijzers en andere mensen uit de frontlinie zijn die op voorhand niet in aanmerking kwamen. Dit is het doelbewust wegzetten van de mensen die de kolen uit het vuur hebben gehaald ten tijde van de coronapandemie. Als de Tweede Kamer zichzelf serieus neemt dan verruimen en verbreden ze de regeling alsnog. Zo corrigeren ze het bestuurlijk falen van dit demissionaire kabinet. Het amendement Bushoff is al een stap in de goed richting maar er is meer nodig: deze of een aanvullende regeling moet soepeler, hoger en toegankelijker.”

Bron: FNV

Het bericht Laatste kans op rechtvaardigheid voor zorghelden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram