Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen?

………..laten we daar eens over praten!

Praten over seks, dat doe je niet zo makkelijk en vooral niet als het hebben van seks niet meer zo vanzelfsprekend is. Veel patiënten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) ervaren problemen met intimiteit en seksualiteit als gevolg van een ziekte of behandeling. Het onderwerp is voor veel mensen lastig om ter sprake te brengen, terwijl het bespreekbaar maken van dit onderwerp écht het verschil kan maken in het relatiegeluk van mensen. Ook al zijn er problemen, er is vaak meer mogelijk dan men denkt. Daarom is 1 januari 2024 in het JBZ het ‘Centrum voor Seksualiteit’ gestart. Een unieke samenwerking tussen de afdelingen gynaecologie, urologie en medische psychologie om patiënten te helpen bij problemen rondom intimiteit en seksualiteit.

Caroline van Geenen, gezondheidszorgpsycholoog en seksuoloog NVVS (Nederlandse wetenschappelijke vereniging voor seksuologie) en Rob Schipper, uroloog hebben – samen met hun collega’s Anneke van Loevesijn, arts-seksuoloog NVVS, Pieternel Steures, gynaecoloog en Susanne van Leersum, gezondheidszorgpsycholoog i.o. klinisch psycholoog en seksuoloog NVVS i.o. – dit initiatief gestart om vanuit hun medisch specialisme mensen nog beter te helpen met de klachten die zij ervaren. “De kracht van dit initiatief zit in hem in de samenwerking tussen de verschillende disciplines.”, aldus Rob. “Mensen die problemen hebben met seksualiteit worden vaak doorverwezen naar een seksuoloog. Wat dit initiatief anders en uniek maakt, is dat wij vanuit een medisch expertise kijken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw moeite heeft met vochtig worden bij seks, een verminderd verlangen ervaart of pijn heeft bij het vrijen als gevolg van haar ziekte of behandeling, kan ze vanaf nu doorverwezen worden naar de gynaecoloog en mogelijk een bekkenfysiotherapeut. Als een man problemen heeft met het krijgen van een erectie tijdens of na zijn behandelingen kan hij op de poli urologie terecht. Dan kijken we of er manieren zijn om het mogelijk te maken weer een erectie te krijgen.”

v.l.n.r. Anneke van Loevesijn Arts-seksuoloog NVVS, Caroline van Geenen medisch psycholoog, Rob Schipper uroloog en Pieternel Steures gynaecoloog.

Verder kijken dan medische oplossingen

Helaas is er niet altijd een medische oplossing mogelijk om weer geslachtsgemeenschap te hebben, zo zegt Caroline: “Soms is er een dusdanige schade dat het hebben van geslachtsgemeenschap niet meer kan. Dat kan natuurlijk een grote invloed op de relatie hebben en zorgt vaak ook voor vermindering van intimiteit. Er zijn dan mogelijkheden om met een psycholoog en/of seksuoloog NVVS in gesprek te gaan en samen met de partner te bekijken, hoe ze op andere manieren toch intimiteit en seksualiteit kunnen ervaren. Er is zoveel meer mogelijk. Ook kan het nodig zijn eerst aandacht te schenken aan de psychologische gevolgen van een ziekte of behandeling. Na verbeteren van de coping, en vermindering van angst- en stemmingsklachten kunnen de seksuologische klachten ook verminderen. ”  

Het taboe doorbreken

Het Centrum voor Seksualiteit is er speciaal voor patiënten die al bij een medisch specialist onder behandeling zijn. Huisartsen kunnen hun patiënten dus niet doorverwijzen. Het is daarom volgens Rob en Caroline belangrijk dat medisch specialisten en verpleegkundigen het gesprek over intimiteit en seksualiteit ook durven te voeren. “We weten dat er een taboe is op dit onderwerp en dat het niet het makkelijkste is om naar te vragen. Toch kan het bespreekbaar maken van het onderwerp en stellen van de vraag ‘heeft u naar aanleiding van uw behandeling ook nog andere klachten, bijvoorbeeld op gebied van intimiteit?’ het verschil maken in het leven en relaties van patiënten”, zo vertelt Caroline. Vanaf 1 januari kunnen medisch specialisten patiënten doorverwijzen naar het Centrum voor Seksualiteit. “Inmiddels zijn we druk bezig met het geven van nascholing aan medisch personeel over hoe zij klachten die gaan over intimiteit en verminderde seksualiteit bespreekbaar kunnen maken en wat we vanuit onze disciplines dan kunnen betekenen. Als deze mensen naar ons doorverwezen worden, krijgen we de kans om mensen weer een stukje seksueel geluk terug te geven en hun relatie te verbeteren. Dat is goed en uiteindelijk gezonder voor ieder mens.”

Het bericht Problemen met seksualiteit door ziekte of behandelingen? verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties

De afgelopen maanden is er -naast recent weer aandacht voor corona- meerdere keren aandacht besteed aan de (dreigende) griepepidemie van deze winter. Daarbij denk ik aan een artikel met als kop ‘Is er een extreme griepwinter op komst? Nieuwe berekeningen beloven niet veel goeds’. De in deze titel opgeworpen vraag is bewaarheid. Want hoewel het zogenoemde respiratoire-infectieziekten seizoen nog niet ten einde is, kunnen we al wel vaststellen dat sprake was van een zeer stevige griepgolf. Dit heeft niet alleen tot enorme ziektelast maar ook tot de nodige capaciteitsproblemen in ziekenhuizen geleid. Daarnaast heeft het respiratoir syncytieel virus (beter bekend als het rs-virus) flink toegeslagen. Dit virus kan voor baby’s zeer risicovol zijn, maar ook voor ouderen tot behoorlijke ziektelast leiden.

Vorig jaar heb ik daar een opinieartikel over geschreven; Infectieziekten zijn geen natuurrampen die ons overkomen”.

Als gezondheidseconoom maak ik me hierover niet alleen zorgen, maar ik verbaas me er ook enorm over dat er op geen enkele wijze sprake is van een proactieve aanpak. Hebben we dan niets geleerd van de COVID-19-pandemie? Het antwoord lijkt spijtig genoeg ‘ja’ te zijn voor COVID-19, maar het was daarnaast ook heel goed mogelijk geweest om de huidige griepgolf sterk in ernst en omvang terug te dringen. Er liggen vaccins op de plank die bijvoorbeeld beter beschermen tegen in het winterseizoen circulerende luchtwegvirussen (ook wel respiratoire virussen genoemd), zoals griep en het rs-virus. Voor ouderen zijn dat bijvoorbeeld de zogeheten hoge dosis (HD) quadrivalente influenzavaccins en nieuwe rs-virus vaccins. De nieuwe griepvaccins zijn vier keer zo hoog gedoseerd tegen vier stammen van het influenzavirus ten opzichte van het huidig gebruikte standaarddoseringgriepvaccin. Daarnaast is er bijvoorbeeld in november 2022 door de European Medicine Agency (EMA) een nieuw monoklonaal antilichaam goedgekeurd dat alle baby’s bescherming biedt tegen het rs-virus gedurende hun eerste rs-virus seizoen.

Het punt is echter dat deze vaccins (nog) niet zijn opgenomen in de nationale vaccinatieprogramma’s. Daarmee laat Nederland onnodig gezondheidswinst liggen. In verschillende andere landen -zoals België en Duitsland- wordt het hogedosisgriepvaccin al wel ingezet. In die landen hebben de desbetreffende autoriteiten al enige tijd geleden hiervoor aanbevelingen gedaan. Ook wordt het monoclonaal antilichaam tegen het rs-virus bij baby’s al in Spanje, Frankrijk en Luxemburg ingezet en is men in het Verenigd Koninkrijk veel voortvarender in de advisering over de inzet van rs-virus vaccins bij ouderen.

Ik kan mij voorstellen dat het voor u interessant kan zijn om in het verlengde van uw eerdere artikelen over het respiratoire-infectieziektenseizoen aandacht te besteden aan het feit dat Nederland op het gebied van innovatief vaccinatiebeleid -ten aanzien van griep, maar ook als het gaat om andere infectieziekten, zoals pneumokokken en rsv, maar ook COVID-19- achterloopt in Europa. Hoe zou dit winterseizoen bijvoorbeeld zijn verlopen indien de beschikbare HD-vaccins tegen griep wel ingezet zouden zijn? Wat zou dit voor de zorg maar ook breder maatschappelijk en economisch kunnen hebben betekend?

prof. dr. Cornelis Boersma

Het bericht Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties

De afgelopen maanden is er -naast recent weer aandacht voor corona- meerdere keren aandacht besteed aan de (dreigende) griepepidemie van deze winter. Daarbij denk ik aan een artikel met als kop ‘Is er een extreme griepwinter op komst? Nieuwe berekeningen beloven niet veel goeds’. De in deze titel opgeworpen vraag is bewaarheid. Want hoewel het zogenoemde respiratoire-infectieziekten seizoen nog niet ten einde is, kunnen we al wel vaststellen dat sprake was van een zeer stevige griepgolf. Dit heeft niet alleen tot enorme ziektelast maar ook tot de nodige capaciteitsproblemen in ziekenhuizen geleid. Daarnaast heeft het respiratoir syncytieel virus (beter bekend als het rs-virus) flink toegeslagen. Dit virus kan voor baby’s zeer risicovol zijn, maar ook voor ouderen tot behoorlijke ziektelast leiden.

Vorig jaar heb ik daar een opinieartikel over geschreven; Infectieziekten zijn geen natuurrampen die ons overkomen”.

Als gezondheidseconoom maak ik me hierover niet alleen zorgen, maar ik verbaas me er ook enorm over dat er op geen enkele wijze sprake is van een proactieve aanpak. Hebben we dan niets geleerd van de COVID-19-pandemie? Het antwoord lijkt spijtig genoeg ‘ja’ te zijn voor COVID-19, maar het was daarnaast ook heel goed mogelijk geweest om de huidige griepgolf sterk in ernst en omvang terug te dringen. Er liggen vaccins op de plank die bijvoorbeeld beter beschermen tegen in het winterseizoen circulerende luchtwegvirussen (ook wel respiratoire virussen genoemd), zoals griep en het rs-virus. Voor ouderen zijn dat bijvoorbeeld de zogeheten hoge dosis (HD) quadrivalente influenzavaccins en nieuwe rs-virus vaccins. De nieuwe griepvaccins zijn vier keer zo hoog gedoseerd tegen vier stammen van het influenzavirus ten opzichte van het huidig gebruikte standaarddoseringgriepvaccin. Daarnaast is er bijvoorbeeld in november 2022 door de European Medicine Agency (EMA) een nieuw monoklonaal antilichaam goedgekeurd dat alle baby’s bescherming biedt tegen het rs-virus gedurende hun eerste rs-virus seizoen.

Het punt is echter dat deze vaccins (nog) niet zijn opgenomen in de nationale vaccinatieprogramma’s. Daarmee laat Nederland onnodig gezondheidswinst liggen. In verschillende andere landen -zoals België en Duitsland- wordt het hogedosisgriepvaccin al wel ingezet. In die landen hebben de desbetreffende autoriteiten al enige tijd geleden hiervoor aanbevelingen gedaan. Ook wordt het monoclonaal antilichaam tegen het rs-virus bij baby’s al in Spanje, Frankrijk en Luxemburg ingezet en is men in het Verenigd Koninkrijk veel voortvarender in de advisering over de inzet van rs-virus vaccins bij ouderen.

Ik kan mij voorstellen dat het voor u interessant kan zijn om in het verlengde van uw eerdere artikelen over het respiratoire-infectieziektenseizoen aandacht te besteden aan het feit dat Nederland op het gebied van innovatief vaccinatiebeleid -ten aanzien van griep, maar ook als het gaat om andere infectieziekten, zoals pneumokokken en rsv, maar ook COVID-19- achterloopt in Europa. Hoe zou dit winterseizoen bijvoorbeeld zijn verlopen indien de beschikbare HD-vaccins tegen griep wel ingezet zouden zijn? Wat zou dit voor de zorg maar ook breder maatschappelijk en economisch kunnen hebben betekend?

prof. dr. Cornelis Boersma

Het bericht Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties

De afgelopen maanden is er -naast recent weer aandacht voor corona- meerdere keren aandacht besteed aan de (dreigende) griepepidemie van deze winter. Daarbij denk ik aan een artikel met als kop ‘Is er een extreme griepwinter op komst? Nieuwe berekeningen beloven niet veel goeds’. De in deze titel opgeworpen vraag is bewaarheid. Want hoewel het zogenoemde respiratoire-infectieziekten seizoen nog niet ten einde is, kunnen we al wel vaststellen dat sprake was van een zeer stevige griepgolf. Dit heeft niet alleen tot enorme ziektelast maar ook tot de nodige capaciteitsproblemen in ziekenhuizen geleid. Daarnaast heeft het respiratoir syncytieel virus (beter bekend als het rs-virus) flink toegeslagen. Dit virus kan voor baby’s zeer risicovol zijn, maar ook voor ouderen tot behoorlijke ziektelast leiden.

Vorig jaar heb ik daar een opinieartikel over geschreven; Infectieziekten zijn geen natuurrampen die ons overkomen”.

Als gezondheidseconoom maak ik me hierover niet alleen zorgen, maar ik verbaas me er ook enorm over dat er op geen enkele wijze sprake is van een proactieve aanpak. Hebben we dan niets geleerd van de COVID-19-pandemie? Het antwoord lijkt spijtig genoeg ‘ja’ te zijn voor COVID-19, maar het was daarnaast ook heel goed mogelijk geweest om de huidige griepgolf sterk in ernst en omvang terug te dringen. Er liggen vaccins op de plank die bijvoorbeeld beter beschermen tegen in het winterseizoen circulerende luchtwegvirussen (ook wel respiratoire virussen genoemd), zoals griep en het rs-virus. Voor ouderen zijn dat bijvoorbeeld de zogeheten hoge dosis (HD) quadrivalente influenzavaccins en nieuwe rs-virus vaccins. De nieuwe griepvaccins zijn vier keer zo hoog gedoseerd tegen vier stammen van het influenzavirus ten opzichte van het huidig gebruikte standaarddoseringgriepvaccin. Daarnaast is er bijvoorbeeld in november 2022 door de European Medicine Agency (EMA) een nieuw monoklonaal antilichaam goedgekeurd dat alle baby’s bescherming biedt tegen het rs-virus gedurende hun eerste rs-virus seizoen.

Het punt is echter dat deze vaccins (nog) niet zijn opgenomen in de nationale vaccinatieprogramma’s. Daarmee laat Nederland onnodig gezondheidswinst liggen. In verschillende andere landen -zoals België en Duitsland- wordt het hogedosisgriepvaccin al wel ingezet. In die landen hebben de desbetreffende autoriteiten al enige tijd geleden hiervoor aanbevelingen gedaan. Ook wordt het monoclonaal antilichaam tegen het rs-virus bij baby’s al in Spanje, Frankrijk en Luxemburg ingezet en is men in het Verenigd Koninkrijk veel voortvarender in de advisering over de inzet van rs-virus vaccins bij ouderen.

Ik kan mij voorstellen dat het voor u interessant kan zijn om in het verlengde van uw eerdere artikelen over het respiratoire-infectieziektenseizoen aandacht te besteden aan het feit dat Nederland op het gebied van innovatief vaccinatiebeleid -ten aanzien van griep, maar ook als het gaat om andere infectieziekten, zoals pneumokokken en rsv, maar ook COVID-19- achterloopt in Europa. Hoe zou dit winterseizoen bijvoorbeeld zijn verlopen indien de beschikbare HD-vaccins tegen griep wel ingezet zouden zijn? Wat zou dit voor de zorg maar ook breder maatschappelijk en economisch kunnen hebben betekend?

prof. dr. Cornelis Boersma

Het bericht Nederland kent onnodig veel hinder en schade van griep en luchtweginfecties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram