Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden

Met meer dan 500.000 sterfgevallen is diarree wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Alleen longontsteking doodt elk jaar meer kinderen ouder dan een maand. De ziektelast van diarree is de afgelopen decennia verminderd, maar klimaatverandering en de daardoor toegenomen regenval, overstromingen en droogte bedreigen deze vooruitgang. Samen met het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) leidt Amsterdam UMC een wereldwijd consortium in de zoektocht naar oplossingen.

anessa Harris, internist infectioloog en universitair docent Global Health aan Amsterdam UMC en leider van het SPRINGS-consortium: “We zien dat de impact van klimaatverandering op de overdracht van verwekkers van diarree afhangt van globale en lokale factoren die op elkaar inspelen. Plotselinge zware regenval kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat oude riolen overlopen en de watervoorziening vervuilen. Of stijgende temperaturen kunnen ervoor zorgen dat sommige ziekteverwekkers langer buiten het lichaam kunnen leven. Het is een blijvende interactie tussen gevolgen van klimaatverandering, lokale omstandigheden en ziekteverwekkers.” 

In kaart brengen 

Om effectief preventief beleid te maken in landen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, is meer kennis nodig. Het eerste doel van het grootschalige onderzoek dat Harris leidt is te meten hoe klimaatverandering watervoorzieningen, waterkwaliteit en ziektelast van diarree beïnvloedt. Dat gebeurt in casestudies verspreid over Europa en sub-Sahara-Afrika. Harris: “Met deze kennis kunnen we in kaart brengen welke gebieden meer risico lopen op toename van diarreeziekten en waaróm dat zo is. Vervolgens gaan we modellering gebruiken om regionale voorspellingen te doen over hoe waterkwaliteit en ziektelast van diarree in de toekomst zullen veranderen. De gemeenschappen en beleidsmakers aldaar hebben dan de mogelijkheid zich voor te bereiden en aan te passen. We gaan hiervoor een breed spectrum aan kennis samen brengen – van klimaatexperts, ingenieurs en hydrologen tot antropologen, gezondheidseconomen en volksgezondheidsexperts. Ook kunnen we met die modellen vaststellen welke lokale interventies in de toekomst het meest effectief zullen zijn om toename van het aantal gevallen van diarree te voorkomen.” 

Ervaring uit de eerste hand 

Dzidzo Yirenya-Tawiah en Adelina Mensah, beiden milieuwetenschappers aan de Universiteit van Ghana, hebben meerdere studies uitgevoerd en de effecten van klimaatverandering op de gezondheid van mensen met eigen ogen gezien. 
Mensah: “Veel van onze vissersgemeenschappen worden regelmatig blootgesteld aan overstromingen door zware en grillige regenval, stormvloeden en zeespiegelstijging, gebeurtenissen die soms allemaal tegelijkertijd plaatsvinden. Dit heeft verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en watervoorziening. De kwaliteit van oppervlakte- en grondwater wordt dan vaak aangetast door ziekteverwekkers en we hebben onvoldoende kennis over besmettingsroutes. En omdat de bevolking beperkte alternatieve waterbronnen heeft, heeft dat enorme risico’s voor de gezondheid, vooral van kwetsbaren zoals kinderen en ouderen.” 

Studielocaties in vier landen 

Ghana is niet het enige land waar casestudies worden uitgevoerd, het consortium zal ook onderzoek doen in Tanzania, Roemenië en Italië. In alle vier de landen zijn studielocaties gekozen vanwege hun gevoeligheid voor zowel overstromingen als droogte. En elke locatie heeft specifieke kenmerken die het consortium unieke inzichten kunnen geven in het risico op diarree. In Napels bijvoorbeeld zijn er door de nabijheid van veeteelt en landbouw – wat ziekteverwekkers met zich meebrengt – in combinatie met een verouderde stedelijke waterinfrastructuur, extra risico’s. 
De regio rondom Haydom in Tanzania heeft weer andere kenmerken, het bestaat voornamelijk uit platteland met hoge percentages ondervoeding en armoede onder de bewoners. Estomih Mduma is onderzoeker op het gebied van volksgezondheid in het Haydom Lutheran Hospital en ziet dat diarree veel kinderen treft en tot ziekenhuisopnames en sterfgevallen leidt. De beperkte toegang tot schoon water maakt het moeilijk om het probleem rondom diarree onder de kwetsbare populatie van Haydom te verminderen.  

Consortium

Het SPRINGS-consortium bestaat uit Amsterdam UMC, AIGHD, het Norwegian Meteorological Institute, de University of Virginia, de University of Ghana, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, Three o’Clock, Aarhus University, het IHE Delft Institute for Water Education, The Abdus Salam International Centre for Theoretical Physics, de Vrije Universiteit Amsterdam, de University of Naples, het Haydom Lutheran Hospital Tanzania, AQUATIM Romania, de Universiteit van Boekarest en het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.

Bron: Amsterdam UMC

Het bericht Amsterdam UMC ontvangt miljoenen om oplossingen voor toename diarreeziekten door klimaatverandering te vinden verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties

Nieuw onderzoek van het Nederlands Herseninstituut laat zien dat een specifiek type hersencel, genaamd chandeliercel, actief wordt bij onverwachte situaties. ‘Onderzoekers vroegen zich al tijden af wat deze cellen nou precies doen.’

Je fietst naar je werk door de stad en ineens staat er ergens een nieuw gebouw. Op de eerste dag is dat heel verrassend. Op dag 2 wordt dit al wat minder en na een week valt het je niet meer op. Andersom gebeurt hetzelfde: wanneer er ergens abrupt een gebouw is verdwenen, kijk je ook verbaasd op. Maar hoe signaleert je brein onverwachte veranderingen en welke hersencellen zijn hierbij betrokken?

Koen Seignette uit het lab van Christiaan Levelt heeft met zijn collega’s uit het Kole lab en Roelfsema lab de krachten gebundeld om meer te weten te komen over een bijzonder type hersencel die zich in kleine aantallen in de hersenschors bevindt: de chandeliercel. Chandeliercellen zijn een type inhibitoire (remmende) hersencellen. In tegenstelling tot andere inhiberende hersencellen remmen ze maar één plek van andere cellen, maar over waarom en wanneer is nog maar opvallend weinig bekend.

Nieuw muismodel

Koen Seignette: ‘Van de meeste typen inhibitoire hersencellen weten we best veel over hun functie, maar bij chandeliercellen bleef dit nog altijd raadselachtig. Doordat ze genetisch niet goed te markeren waren, konden ze niet goed onderzocht worden. Dat is ook de oorzaak dat we eigenlijk nog weinig zicht hebben op wat ze precies doen. Inmiddels hebben we een muismodel in het lab verkregen, waarin de chandeliercellen fluorescent gelabeld zijn. Hierdoor kunnen we ze live in beeld brengen en vaststellen wanneer ze actief zijn. En dat biedt nieuwe kansen.’

‘Als eerste stap hebben we gekeken waar chandeliercellen in de visuele hersenschors op reageren. Wat gebeurt er met deze cellen wanneer de muis gaat rennen en wat gebeurt er wanneer we visuele stimuli laten zien? In een van de experimenten hebben we de muizen in een virtuele tunnel laten lopen. Wanneer de muis loopt, beweegt de tunnel, en wanneer de muis stopt, stopt de tunnel ook. Maar je kunt ook een onverwachte situatie creëren door de tunnel te stoppen terwijl de muis nog loopt. Wij ontdekten dat juist dan de chandeliercellen als een gek beginnen te vuren.’

Plasticiteit

Christiaan Levelt: ‘We zien dat het type stimulus eigenlijk niet eens zoveel uitmaakt, het gaat er vooral om dat het onverwachts en verrassend is. Daarnaast zie je dat er ook gewenning en verandering optreedt, vergelijkbaar met het eerdergenoemde voorbeeld van het nieuwe gebouw. In het begin reageren de cellen sterk, maar na herhaaldelijke blootstelling wordt de activiteit zwakker. De cellen zijn dus in staat om zich aan te passen, wat ook wel plasticiteit genoemd wordt. En deze plasticiteit vindt ook op structureel anatomisch niveau plaats: we kunnen letterlijk veranderingen zien in de synapsen die zij vormen op andere hersencellen.’

‘Wat deze studie belangrijk maakt, is dat dit de eerste echt uitgebreide studie is naar chandeliercellen in de visuele schors. We hebben niet alleen bepaald waar ze op reageren, maar ook met welke hersencellen zij verbindingen vormen en wat hun invloed op andere hersencellen is. Nog niet eerder is hier in zo’n detail naar gekeken. Het begrijpen van de rol van deze remmende cellen in de hersenschors is cruciaal voor ontzettend veel processen, waaronder het leren van onverwachte omstandigheden. We weten allemaal dat je dingen waar je erg door verrast wordt, het beste onthoudt. Waar de voorspelling niet klopt, is waar de informatie zit. Je hebt plasticiteit nodig om je inzichten continue te updaten, en daar zouden deze cellen een rol bij kunnen spelen.’

Waarom zijn chandeliercellen zo bijzonder?

Chandeliercellen, zo genoemd omdat ze lijken op een kroonluchter, zijn inhibitoire ofwel remmende hersencellen die zich uitsluitend richten op het startpunt (axon initieel segment) van elektrische signalen in de piramidecellen, de meest voorkomende cellen in de hersenschors. Men dacht dat chandeliercellen in potentie sterk controle konden uitoefenen over piramidecellen, door het actiepotentiaal te blokkeren. Verrassend is dat het huidige onderzoek laat zien dat dit effect eigenlijk zeer zwak is, wat in strijd is met eerder getrokken conclusies.

Bron: eLife

Het bericht Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties

Nieuw onderzoek van het Nederlands Herseninstituut laat zien dat een specifiek type hersencel, genaamd chandeliercel, actief wordt bij onverwachte situaties. ‘Onderzoekers vroegen zich al tijden af wat deze cellen nou precies doen.’

Je fietst naar je werk door de stad en ineens staat er ergens een nieuw gebouw. Op de eerste dag is dat heel verrassend. Op dag 2 wordt dit al wat minder en na een week valt het je niet meer op. Andersom gebeurt hetzelfde: wanneer er ergens abrupt een gebouw is verdwenen, kijk je ook verbaasd op. Maar hoe signaleert je brein onverwachte veranderingen en welke hersencellen zijn hierbij betrokken?

Koen Seignette uit het lab van Christiaan Levelt heeft met zijn collega’s uit het Kole lab en Roelfsema lab de krachten gebundeld om meer te weten te komen over een bijzonder type hersencel die zich in kleine aantallen in de hersenschors bevindt: de chandeliercel. Chandeliercellen zijn een type inhibitoire (remmende) hersencellen. In tegenstelling tot andere inhiberende hersencellen remmen ze maar één plek van andere cellen, maar over waarom en wanneer is nog maar opvallend weinig bekend.

Nieuw muismodel

Koen Seignette: ‘Van de meeste typen inhibitoire hersencellen weten we best veel over hun functie, maar bij chandeliercellen bleef dit nog altijd raadselachtig. Doordat ze genetisch niet goed te markeren waren, konden ze niet goed onderzocht worden. Dat is ook de oorzaak dat we eigenlijk nog weinig zicht hebben op wat ze precies doen. Inmiddels hebben we een muismodel in het lab verkregen, waarin de chandeliercellen fluorescent gelabeld zijn. Hierdoor kunnen we ze live in beeld brengen en vaststellen wanneer ze actief zijn. En dat biedt nieuwe kansen.’

‘Als eerste stap hebben we gekeken waar chandeliercellen in de visuele hersenschors op reageren. Wat gebeurt er met deze cellen wanneer de muis gaat rennen en wat gebeurt er wanneer we visuele stimuli laten zien? In een van de experimenten hebben we de muizen in een virtuele tunnel laten lopen. Wanneer de muis loopt, beweegt de tunnel, en wanneer de muis stopt, stopt de tunnel ook. Maar je kunt ook een onverwachte situatie creëren door de tunnel te stoppen terwijl de muis nog loopt. Wij ontdekten dat juist dan de chandeliercellen als een gek beginnen te vuren.’

Plasticiteit

Christiaan Levelt: ‘We zien dat het type stimulus eigenlijk niet eens zoveel uitmaakt, het gaat er vooral om dat het onverwachts en verrassend is. Daarnaast zie je dat er ook gewenning en verandering optreedt, vergelijkbaar met het eerdergenoemde voorbeeld van het nieuwe gebouw. In het begin reageren de cellen sterk, maar na herhaaldelijke blootstelling wordt de activiteit zwakker. De cellen zijn dus in staat om zich aan te passen, wat ook wel plasticiteit genoemd wordt. En deze plasticiteit vindt ook op structureel anatomisch niveau plaats: we kunnen letterlijk veranderingen zien in de synapsen die zij vormen op andere hersencellen.’

‘Wat deze studie belangrijk maakt, is dat dit de eerste echt uitgebreide studie is naar chandeliercellen in de visuele schors. We hebben niet alleen bepaald waar ze op reageren, maar ook met welke hersencellen zij verbindingen vormen en wat hun invloed op andere hersencellen is. Nog niet eerder is hier in zo’n detail naar gekeken. Het begrijpen van de rol van deze remmende cellen in de hersenschors is cruciaal voor ontzettend veel processen, waaronder het leren van onverwachte omstandigheden. We weten allemaal dat je dingen waar je erg door verrast wordt, het beste onthoudt. Waar de voorspelling niet klopt, is waar de informatie zit. Je hebt plasticiteit nodig om je inzichten continue te updaten, en daar zouden deze cellen een rol bij kunnen spelen.’

Waarom zijn chandeliercellen zo bijzonder?

Chandeliercellen, zo genoemd omdat ze lijken op een kroonluchter, zijn inhibitoire ofwel remmende hersencellen die zich uitsluitend richten op het startpunt (axon initieel segment) van elektrische signalen in de piramidecellen, de meest voorkomende cellen in de hersenschors. Men dacht dat chandeliercellen in potentie sterk controle konden uitoefenen over piramidecellen, door het actiepotentiaal te blokkeren. Verrassend is dat het huidige onderzoek laat zien dat dit effect eigenlijk zeer zwak is, wat in strijd is met eerder getrokken conclusies.

Bron: eLife

Het bericht Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties

Nieuw onderzoek van het Nederlands Herseninstituut laat zien dat een specifiek type hersencel, genaamd chandeliercel, actief wordt bij onverwachte situaties. ‘Onderzoekers vroegen zich al tijden af wat deze cellen nou precies doen.’

Je fietst naar je werk door de stad en ineens staat er ergens een nieuw gebouw. Op de eerste dag is dat heel verrassend. Op dag 2 wordt dit al wat minder en na een week valt het je niet meer op. Andersom gebeurt hetzelfde: wanneer er ergens abrupt een gebouw is verdwenen, kijk je ook verbaasd op. Maar hoe signaleert je brein onverwachte veranderingen en welke hersencellen zijn hierbij betrokken?

Koen Seignette uit het lab van Christiaan Levelt heeft met zijn collega’s uit het Kole lab en Roelfsema lab de krachten gebundeld om meer te weten te komen over een bijzonder type hersencel die zich in kleine aantallen in de hersenschors bevindt: de chandeliercel. Chandeliercellen zijn een type inhibitoire (remmende) hersencellen. In tegenstelling tot andere inhiberende hersencellen remmen ze maar één plek van andere cellen, maar over waarom en wanneer is nog maar opvallend weinig bekend.

Nieuw muismodel

Koen Seignette: ‘Van de meeste typen inhibitoire hersencellen weten we best veel over hun functie, maar bij chandeliercellen bleef dit nog altijd raadselachtig. Doordat ze genetisch niet goed te markeren waren, konden ze niet goed onderzocht worden. Dat is ook de oorzaak dat we eigenlijk nog weinig zicht hebben op wat ze precies doen. Inmiddels hebben we een muismodel in het lab verkregen, waarin de chandeliercellen fluorescent gelabeld zijn. Hierdoor kunnen we ze live in beeld brengen en vaststellen wanneer ze actief zijn. En dat biedt nieuwe kansen.’

‘Als eerste stap hebben we gekeken waar chandeliercellen in de visuele hersenschors op reageren. Wat gebeurt er met deze cellen wanneer de muis gaat rennen en wat gebeurt er wanneer we visuele stimuli laten zien? In een van de experimenten hebben we de muizen in een virtuele tunnel laten lopen. Wanneer de muis loopt, beweegt de tunnel, en wanneer de muis stopt, stopt de tunnel ook. Maar je kunt ook een onverwachte situatie creëren door de tunnel te stoppen terwijl de muis nog loopt. Wij ontdekten dat juist dan de chandeliercellen als een gek beginnen te vuren.’

Plasticiteit

Christiaan Levelt: ‘We zien dat het type stimulus eigenlijk niet eens zoveel uitmaakt, het gaat er vooral om dat het onverwachts en verrassend is. Daarnaast zie je dat er ook gewenning en verandering optreedt, vergelijkbaar met het eerdergenoemde voorbeeld van het nieuwe gebouw. In het begin reageren de cellen sterk, maar na herhaaldelijke blootstelling wordt de activiteit zwakker. De cellen zijn dus in staat om zich aan te passen, wat ook wel plasticiteit genoemd wordt. En deze plasticiteit vindt ook op structureel anatomisch niveau plaats: we kunnen letterlijk veranderingen zien in de synapsen die zij vormen op andere hersencellen.’

‘Wat deze studie belangrijk maakt, is dat dit de eerste echt uitgebreide studie is naar chandeliercellen in de visuele schors. We hebben niet alleen bepaald waar ze op reageren, maar ook met welke hersencellen zij verbindingen vormen en wat hun invloed op andere hersencellen is. Nog niet eerder is hier in zo’n detail naar gekeken. Het begrijpen van de rol van deze remmende cellen in de hersenschors is cruciaal voor ontzettend veel processen, waaronder het leren van onverwachte omstandigheden. We weten allemaal dat je dingen waar je erg door verrast wordt, het beste onthoudt. Waar de voorspelling niet klopt, is waar de informatie zit. Je hebt plasticiteit nodig om je inzichten continue te updaten, en daar zouden deze cellen een rol bij kunnen spelen.’

Waarom zijn chandeliercellen zo bijzonder?

Chandeliercellen, zo genoemd omdat ze lijken op een kroonluchter, zijn inhibitoire ofwel remmende hersencellen die zich uitsluitend richten op het startpunt (axon initieel segment) van elektrische signalen in de piramidecellen, de meest voorkomende cellen in de hersenschors. Men dacht dat chandeliercellen in potentie sterk controle konden uitoefenen over piramidecellen, door het actiepotentiaal te blokkeren. Verrassend is dat het huidige onderzoek laat zien dat dit effect eigenlijk zeer zwak is, wat in strijd is met eerder getrokken conclusies.

Bron: eLife

Het bericht Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties

Nieuw onderzoek van het Nederlands Herseninstituut laat zien dat een specifiek type hersencel, genaamd chandeliercel, actief wordt bij onverwachte situaties. ‘Onderzoekers vroegen zich al tijden af wat deze cellen nou precies doen.’

Je fietst naar je werk door de stad en ineens staat er ergens een nieuw gebouw. Op de eerste dag is dat heel verrassend. Op dag 2 wordt dit al wat minder en na een week valt het je niet meer op. Andersom gebeurt hetzelfde: wanneer er ergens abrupt een gebouw is verdwenen, kijk je ook verbaasd op. Maar hoe signaleert je brein onverwachte veranderingen en welke hersencellen zijn hierbij betrokken?

Koen Seignette uit het lab van Christiaan Levelt heeft met zijn collega’s uit het Kole lab en Roelfsema lab de krachten gebundeld om meer te weten te komen over een bijzonder type hersencel die zich in kleine aantallen in de hersenschors bevindt: de chandeliercel. Chandeliercellen zijn een type inhibitoire (remmende) hersencellen. In tegenstelling tot andere inhiberende hersencellen remmen ze maar één plek van andere cellen, maar over waarom en wanneer is nog maar opvallend weinig bekend.

Nieuw muismodel

Koen Seignette: ‘Van de meeste typen inhibitoire hersencellen weten we best veel over hun functie, maar bij chandeliercellen bleef dit nog altijd raadselachtig. Doordat ze genetisch niet goed te markeren waren, konden ze niet goed onderzocht worden. Dat is ook de oorzaak dat we eigenlijk nog weinig zicht hebben op wat ze precies doen. Inmiddels hebben we een muismodel in het lab verkregen, waarin de chandeliercellen fluorescent gelabeld zijn. Hierdoor kunnen we ze live in beeld brengen en vaststellen wanneer ze actief zijn. En dat biedt nieuwe kansen.’

‘Als eerste stap hebben we gekeken waar chandeliercellen in de visuele hersenschors op reageren. Wat gebeurt er met deze cellen wanneer de muis gaat rennen en wat gebeurt er wanneer we visuele stimuli laten zien? In een van de experimenten hebben we de muizen in een virtuele tunnel laten lopen. Wanneer de muis loopt, beweegt de tunnel, en wanneer de muis stopt, stopt de tunnel ook. Maar je kunt ook een onverwachte situatie creëren door de tunnel te stoppen terwijl de muis nog loopt. Wij ontdekten dat juist dan de chandeliercellen als een gek beginnen te vuren.’

Plasticiteit

Christiaan Levelt: ‘We zien dat het type stimulus eigenlijk niet eens zoveel uitmaakt, het gaat er vooral om dat het onverwachts en verrassend is. Daarnaast zie je dat er ook gewenning en verandering optreedt, vergelijkbaar met het eerdergenoemde voorbeeld van het nieuwe gebouw. In het begin reageren de cellen sterk, maar na herhaaldelijke blootstelling wordt de activiteit zwakker. De cellen zijn dus in staat om zich aan te passen, wat ook wel plasticiteit genoemd wordt. En deze plasticiteit vindt ook op structureel anatomisch niveau plaats: we kunnen letterlijk veranderingen zien in de synapsen die zij vormen op andere hersencellen.’

‘Wat deze studie belangrijk maakt, is dat dit de eerste echt uitgebreide studie is naar chandeliercellen in de visuele schors. We hebben niet alleen bepaald waar ze op reageren, maar ook met welke hersencellen zij verbindingen vormen en wat hun invloed op andere hersencellen is. Nog niet eerder is hier in zo’n detail naar gekeken. Het begrijpen van de rol van deze remmende cellen in de hersenschors is cruciaal voor ontzettend veel processen, waaronder het leren van onverwachte omstandigheden. We weten allemaal dat je dingen waar je erg door verrast wordt, het beste onthoudt. Waar de voorspelling niet klopt, is waar de informatie zit. Je hebt plasticiteit nodig om je inzichten continue te updaten, en daar zouden deze cellen een rol bij kunnen spelen.’

Waarom zijn chandeliercellen zo bijzonder?

Chandeliercellen, zo genoemd omdat ze lijken op een kroonluchter, zijn inhibitoire ofwel remmende hersencellen die zich uitsluitend richten op het startpunt (axon initieel segment) van elektrische signalen in de piramidecellen, de meest voorkomende cellen in de hersenschors. Men dacht dat chandeliercellen in potentie sterk controle konden uitoefenen over piramidecellen, door het actiepotentiaal te blokkeren. Verrassend is dat het huidige onderzoek laat zien dat dit effect eigenlijk zeer zwak is, wat in strijd is met eerder getrokken conclusies.

Bron: eLife

Het bericht Bijzondere hersencellen reageren op onverwachte situaties verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram