Grote Uitval van Scholieren met Autisme

1:6 kinderen met autisme is thuiszitter, blijkt uit onderzoek van de NVA

Uit een recente enquête van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) blijkt dat 16% van de kinderen en jongeren met autisme tussen de 6 en 18 jaar niet naar school gaat. Deze schokkende cijfers, verzameld onder de ruim 15.000 leden van de NVA, roepen om dringende maatregelen om het aantal thuiszitters te verminderen. Het thuiszitten heeft namelijk verregaande negatieve gevolgen voor zowel de kinderen als hun families.

Oorzaken van Thuiszitten

De belangrijkste oorzaken die ouders in de enquête noemen zijn een ongeschikte schoolomgeving, een te intensief schoolprogramma en een gebrek aan ondersteuning. De impact van thuiszitten op kinderen is enorm. “Mijn zoon viel regelmatig huilend in slaap omdat hij het gevoel had dat hij een mislukt kind was,” aldus een ouder in de enquête. Daarnaast worden ook ouders, broertjes en zusjes zwaar belast. In 60% van de gezinnen heeft minstens één ouder zijn of haar baan opgezegd of verminderd om voor het thuiszittende kind te zorgen; bij gezinnen met thuiszitters tot en met 12 jaar is dit zelfs 90%.

Dringend Meer Ondersteuning Nodig

Volgens NVA-directeur Caroline Verkerk is het grote aantal thuiszitters met autisme zorgwekkend. “Ondanks hun talenten worstelen leerlingen met autisme vaak op school. Het is belangrijk dat zij passende ondersteuning krijgen zodat zij niet uitvallen. Er moet met spoed meer aandacht en geld komen voor de ondersteuningsbehoeften van kinderen en jongeren met autisme in het onderwijs, ook bij de lerarenopleidingen. Problemen die kinderen met autisme ervaren door het gebrek aan ondersteuning moeten serieus genomen worden en niet door school worden weggezet als ‘probleemgedrag’.”

Passend Onderwijs voor Iedereen

De NVA benadrukt ook de noodzaak van het wetsvoorstel leerrecht, dat ervoor zorgt dat alle kinderen onderwijs kunnen krijgen, op school of ergens anders. Daarnaast moeten scholen fysiek toegankelijker worden gemaakt voor leerlingen met autisme, bijvoorbeeld door rust- of stilteruimtes te creëren.

Noodzaak van Snel Handelen

Voor iets meer dan de helft van de thuiszitters (51%) wordt momenteel niet actief gezocht naar een geschikte onderwijsplek. Bovendien gaat 55% van de thuiszitters langer dan 12 maanden niet naar school, wat hun ontwikkeling ernstig belemmert. De NVA pleit ervoor dat alle thuiszitters in staat worden gesteld om onderwijs te volgen, thuis of op een onderwijs-zorgplek in de buurt. Dit geldt ook voor thuiszitters met een vrijstelling van de leerplicht.

Meer Informatie

Alle uitkomsten van het onderzoek en reacties van ouders zijn te vinden in het NVA-rapport ‘Als iedereen naar school kan behalve jij’, dat via de website van de NVA te downloaden is.

Bron: NVA

Het bericht Grote Uitval van Scholieren met Autisme verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Gouden certificaat Milieuthermometer Zorg toegekend aan Revant

Revant medisch specialistische revalidatie heeft voor haar locatie Reigerbos in Goes het gouden certificaat behaald van Milieuthermometer Zorg. Revant biedt op deze locatie Kind- en jeugdrevalidatie. Revalidatiecentrum Breda, Lindenhof in Goes en De Wielingen in Terneuzen hebben opnieuw het niveau zilver behaald.

Op dit moment zijn er in Nederland 460 zorginstellingen met een Milieuthermometer Zorg certificaat*. Van deze zorginstellingen zijn totaal 542 locaties gecertificeerd, waarvan er slechts 16 met het gouden certificaat. Dit niveau is gekoppeld aan het officiële nationale keurmerk Milieukeur. 

Green Team

De afgelopen jaren timmert Revant hard aan de weg op het gebied van duurzaamheid.

Zo is er een duurzaamheidsbeleid geschreven. Dit omvat de thema’s duurzaam inkopen en duurzame zorg waarbinnen nog veel winst te behalen is. Ook zijn er aanvullende beleidsstukken geschreven, zoals het duurzaam mobiliteitsbeleid en het beleid duurzaam bouwen. Deze geven richting aan de duurzaamheidsambities van Revant.

Een milieucommissie (het Green Team) is binnen de organisatie opgericht met als doel initiatieven te ontwikkelen, richting te geven aan de eerdergenoemde beleidsstukken en aandacht te vragen voor duurzaamheid. Zo organiseerde het team meerdere ‘Waste labs’ voor meer bewustwording bij medewerkers; samen met afvalpartner Renewi Nederland, Green Team leden en een aantal vrijwilligers werden daarin de afvalstromen gesorteerd van de locaties. Hierdoor werd er inzicht verkregen in afvalstromen en -scheiding binnen de organisatie.

Revant medisch specialistische revalidatie

Revant is hét expertisecentrum voor medisch specialistische revalidatie in West-Brabant en Zeeland. Samen met de revalidant werken wij professioneel, interdisciplinair en met toewijding aan eigen regie en zelfstandigheid. Revant biedt medisch specialistische revalidatie op basis van professionele standaards. Medisch specialisten en behandelaars houden kennis en ontwikkelingen in revalidatiegeneeskunde bij, initiëren/nemen deel aan wetenschappelijk onderzoek en passen wetenschappelijk bewezen uitkomsten toe in de revalidatie voor volwassenen en kinderen.

Website Netwerk Pijnrevalidatie Nederland: https://npn.nu/

Het bericht Gouden certificaat Milieuthermometer Zorg toegekend aan Revant verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Grote Toename in Seksueel Overdraagbare Aandoeningen: Nieuwe Uitdagingen voor HIV en Hepatitis

Amsterdam, 21 mei 2024 – Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) nemen wereldwijd aanzienlijk toe, aldus een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dit rapport, getiteld “Implementing the global health sector strategies on HIV, viral hepatitis and sexually transmitted infections, 2022–2030”, benadrukt de aanhoudende uitdagingen op het gebied van volksgezondheid, veroorzaakt door HIV, virale hepatitis en andere SOA’s. Elk jaar resulteren deze aandoeningen in ongeveer 2,5 miljoen sterfgevallen.

Het rapport toont aan dat SOA’s in veel regio’s toenemen. In 2022 hebben WHO-lidstaten een ambitieus doel gesteld om het jaarlijkse aantal syfilisinfecties bij volwassenen tegen 2030 met tien keer te verminderen, van 7,1 miljoen naar 0,71 miljoen. Echter, nieuwe syfilisgevallen bij volwassenen in de leeftijd van 15-49 jaar stegen in 2022 met meer dan 1 miljoen, wat het totaal op 8 miljoen bracht. De grootste stijgingen werden waargenomen in Amerika en Afrika.

Stijgende Incidentie van SOA’s

De vier behandelbare SOA’s – syfilis (Treponema pallidum), gonorroe (Neisseria gonorrhoeae), chlamydia (Chlamydia trachomatis) en trichomoniasis (Trichomonas vaginalis) – veroorzaken dagelijks meer dan 1 miljoen infecties. Het rapport merkt een toename op van zowel syfilis bij volwassenen als congenitale syfilis (523 gevallen per 100.000 levendgeborenen per jaar) tijdens de COVID-19-pandemie. In 2022 waren er 230.000 sterfgevallen gerelateerd aan syfilis.

Ook gonorroe toont een alarmerende trend met een toename van multi-resistente stammen. In 2023 meldden 9 van de 87 landen waar verbeterd toezicht op gonorroe-antibioticaresistentie werd gehouden, verhoogde niveaus van resistentie tegen ceftriaxon, de laatste behandelingsoptie. De WHO houdt de situatie in de gaten en heeft de aanbevolen behandeling bijgewerkt om de verspreiding van deze resistente gonorroe-stam te verminderen.

HIV en Hepatitis: Aanhoudende Uitdagingen

In 2022 werden er ongeveer 1,2 miljoen nieuwe gevallen van hepatitis B en bijna 1 miljoen nieuwe gevallen van hepatitis C geregistreerd. Het geschatte aantal sterfgevallen door virale hepatitis steeg van 1,1 miljoen in 2019 naar 1,3 miljoen in 2022, ondanks effectieve preventie- en behandelingsmogelijkheden.

Het aantal nieuwe HIV-infecties daalde slechts licht van 1,5 miljoen in 2020 naar 1,3 miljoen in 2022. Vijf kernpopulaties – mannen die seks hebben met mannen, mensen die drugs injecteren, sekswerkers, transgender personen en mensen in gevangenissen – ervaren nog steeds aanzienlijk hogere HIV-prevalentie. Geschat wordt dat 55% van de nieuwe HIV-infecties voorkomt bij deze groepen en hun partners. In 2022 waren er 630.000 HIV-gerelateerde sterfgevallen, waarvan 13% bij kinderen jonger dan 15 jaar.

Vooruitgang in Toegang tot Zorg

Ondanks de stijgende cijfers, tonen inspanningen van landen en partners om de toegang tot SOA’s, HIV en hepatitis-diensten te verbeteren, aanzienlijke vooruitgang. WHO heeft 19 landen gevalideerd voor de eliminatie van moeder-op-kind transmissie van HIV en/of syfilis. Botswana en Namibië zijn op weg om HIV te elimineren, waarbij Namibië het eerste land is dat een dossier heeft ingediend voor de drievoudige eliminatie van moeder-op-kind transmissie van HIV, hepatitis B en syfilis.

Noodzaak voor Duurzame Planning

Het rapport doet aanbevelingen voor landen om gedeelde benaderingen te versterken voor het bereiken van de doelen:

Voer beleids- en financieringsdialogen om nationale duurzaamheidsplannen te ontwikkelen.

Consolideer en stem ziektegerichte richtlijnen, plannen en ondersteuning af binnen een eerstelijnszorgbenadering.

Versnel inspanningen om criminalisering, stigma en discriminatie binnen de gezondheidszorg aan te pakken, vooral tegen bevolkingsgroepen die het meest worden getroffen door HIV, virale hepatitis en SOA’s.

Breid multi-ziekte eliminatiebenaderingen en -pakketten uit, geïnspireerd door de drievoudige eliminatie van moeder-op-kind transmissie.

Met veel indicatoren die nog ver van de doelstellingen af zijn, is er dringend behoefte aan meer politieke wil en inzet om de inspanningen te versnellen.

Dit rapport zal worden besproken tijdens de zevenenzeventigste Wereldgezondheidsvergadering.

Bron: WHO

Het bericht Grote Toename in Seksueel Overdraagbare Aandoeningen: Nieuwe Uitdagingen voor HIV en Hepatitis verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Hoofdlijnenakkoord zet in op preventie, maar nog geen concrete oplossing voor de mondzorg

Hoofdlijnenakkoord nieuwe regering zet in op preventie, maar geeft nog geen concrete oplossingen voor de mondzorg.

NVM-mondhygiënisten ziet veel waardering in het Hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB van de voor de professionals in de zorg en de gezondheidszorg. Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Deze woorden zijn mij uit het hart gegrepen. Gezondheidszorg is van onschatbare waarde”. Respect voor de zorgprofessionals staat centraal. Ook wordt de focus op preventie en de toegankelijkheid van de zorg benadrukt, maar concrete plannen voor de financiering en realisatie hiervan in de mondzorg ontbreken.

NVM-mondhygiënisten is bereid om hier binnen de krappe financiële kaders mee te denken. De toegankelijkheid van de preventieve mondzorg kan sterk verbeterd worden door drie concrete en snel in te voeren maatregelen, waardoor minder mensen de mondzorg mijden of ontberen. En dat levert op termijn gezondheidswinst op en gezondere monden.

Ten eerste: Preventieve mondzorg vanaf het eerste tandje door mondhygiënisten op het consultatiebureau. Hierdoor wordt voorkomen dat veel kinderen op jonge leeftijd gaatjes hebben. Ten tweede: Instemmen met het voorstel taakherschikking mondhygiënisten op de voorbehouden handelingen boren, verdoven en röntgenfoto’s maken. Hierdoor worden tandartsen ontlast, kunnen zij aan de slag met complexe curatie en worden mondhygiënisten effectiever en efficiënter voor de patiënt ingezet. Ten derde moet mondzorg hernieuwde aandacht krijgen in de publieke gezondheid, bijvoorbeeld door doelgroepgerichte voorlichting, informatievoorziening aan hulpverleners, en mondzorg als onderdeel van de preventieketens. Problemen arbeidsmarkt zorg niet vergroten.

“Mondhygiënist is een prachtig beroep en zeer veel mensen willen hiervoor opgeleid worden. De behoefte aan preventieve mondzorg is groot, maar de opleidingscapaciteit uitgebreid worden. Het aanscherpen van de criteria op basis waarvan iemand als zzp’er kan werken (wet Vbar) – om zo schijnzelfstandigheid te voorkomen onderschrijven we als NVM-mondhygiënisten. Maar er moet wel aandacht blijven voor de situatie piek, ziek en uniek in de mondzorg. Gaten die nu vallen in de roosters kunnen nu alleen door zzp’er opgelost worden, de wet Vbar moet niet overhaast en ongenuanceerd ingevoerd worden”, aldus Loes Velthoven-Verlinden.

Een gezonde mond staat niet los van een goede gezondheid. Samenwerking tussen zorgprofessionals en overheid is nodig voor een mondgezonde generatie.

Bron: Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten

Het bericht Hoofdlijnenakkoord zet in op preventie, maar nog geen concrete oplossing voor de mondzorg verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app

Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app. In de MediMama app kan je makkelijk en snel informatie vinden over de veiligheid van zelfzorgmiddelen tijdens de zwangerschap en de borstvoedingsperiode. In de app staan bijna 200 verschillende middelen, zoals paracetamol, maagzuurremmers en neussprays. Vanaf Moederdag is de app gratis te downloaden.

Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven kunnen de MediMama app gebruiken om op te
zoeken of ze een zelfzorgmiddel wel of beter niet kunnen gebruiken.

Controleer direct of een medicijn veilig gebruikt kan worden;

Vind veilige alternatieven voor medicijnen;

Ontvang algemene adviezen voor jouw klachten.

De MediMama app

In de MediMama app kan je zoeken naar specifieke medicijnen of merken, maar ook naar groepen
van medicijnen. De app geeft duidelijke, overzichtelijke, bondige informatie over de veiligheid. Ook
handzaam als je voor het schap in de drogist staat. Daarnaast geeft de app algemene adviezen die
kunnen helpen bij het verminderen van klachten voordat je start met medicijnen, of als aanvulling
hierop. Voor meer informatie verwijst de app naar de Moeders van Morgen kennisbank
(www.lareb.nl/mvm-kennis). De app geeft geen medisch advies. Bij twijfel of blijvende klachten
wordt geadviseerd om altijd contact op te nemen met de arts, apotheker of verloskundige voor
persoonlijk advies.

Moeders van Morgen Lareb is het kenniscentrum voor medicijngebruik bij een kinderwens, tijdens
de zwangerschap en in de borstvoedingsperiode. Het is belangrijk dat vrouwen zichzelf goed kunnen
informeren voordat ze een middel willen gebruiken. Zeker voor vrij verkrijgbare medicijnen, waar
een zorgverlener niet altijd bij betrokken is. Daarom hebben wij de MediMama app ontwikkeld. Bij
het ontwikkelen en testen van de app waren veel zwangere en pas bevallen vrouwen betrokken.
De app is tot stand gekomen in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Organisatie van
Verloskundigen (KNOV), de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en het
Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD). De ontwikkeling van de MediMama app is gefinancierd
door ZonMw.

Download de MediMama app nu gratis in de Google Play Store of in de Appstore.

Bron: Lareb

Het bericht Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Last van aambeien? Dit moet u weten

Aambeien zijn een veelvoorkomend probleem dat veel mensen treft, maar vaak wordt er niet openlijk over gesproken. Het ervaren van aambeien kan ongemakkelijk en pijnlijk zijn, maar gelukkig is er veel dat je kunt doen om zowel de symptomen te behandelen als toekomstige problemen te voorkomen. In deze blog gaan we dieper in op de oorzaken van aambeien, bespreken we de behandelingsopties en geven we tips om herhaling in de toekomst te voorkomen.

De oorzaken van aambeien

Aambeien, ook bekend als hemorroïden, zijn gezwollen bloedvaten in of rond de anus en het onderste deel van het rectum. De exacte oorzaak van aambeien is niet altijd duidelijk, maar er zijn verschillende factoren die het risico kunnen verhogen. Chronische constipatie of diarree kan leiden tot aambeien omdat beide de druk in de bloedvaten rond de anus verhogen tijdens de stoelgang. Dit geldt ook voor langdurig zitten op het toilet, wat de druk in de onderbuik kan verhogen en de vorming van aambeien kan bevorderen.

Zwangerschap is een andere veelvoorkomende oorzaak, vooral in het derde trimester, wanneer de vergrote baarmoeder druk uitoefent op de aderen in de onderbuik. Ook het persen tijdens de bevalling kan aambeien veroorzaken of verergeren. Daarnaast kunnen factoren zoals overgewicht, een zittend leven en een dieet met weinig vezels bijdragen aan de ontwikkeling van aambeien.

Aambeien behandeling

Als je last hebt van aambeien, zijn er verschillende behandelopties die verlichting kunnen bieden. Voor milde gevallen kunnen huismiddeltjes en eenvoudige veranderingen in levensstijl al veel betekenen. Zo kunnen koude kompressen of ijs de zwelling verminderen en de pijn verlichten. Ook het gebruik van vrij verkrijgbare zalven en crèmes die hydrocortison bevatten, kan helpen om de jeuk en irritatie te verminderen.

Voor ernstigere gevallen zijn er andere medische behandelingen beschikbaar. Een populaire methode is de rubberbandligatie, waarbij een kleine rubberen band rond de basis van de aambei wordt geplaatst om de bloedtoevoer af te snijden, waardoor de aambei binnen een week afsterft en vanzelf afvalt. Er is ook een aambeien behandeling beschikbaar die minder belastend is. Bij deze innovatieve behandeling wordt er een vloeistof in de aambei gespoten, waardoor deze snel verdwijnt. 

Aambeien voorkomen in de toekomst

Hoewel het niet altijd mogelijk is om aambeien volledig te voorkomen, zijn er verschillende stappen die je kunt nemen om je risico te minimaliseren. Een van de meest effectieve maatregelen is het handhaven van een vezelrijk dieet. Vezels helpen de stoelgang te verzachten, waardoor de noodzaak om te persen tijdens de stoelgang vermindert en de druk op de bloedvaten in de anus afneemt. Vezelrijke voedingsmiddelen zijn onder andere fruit, groenten, volkoren producten en bonen.

Voldoende hydratatie is ook essentieel. Drink veel water gedurende de dag om de stoelgang zacht te houden. Daarnaast is regelmatige lichaamsbeweging belangrijk om de darmtransit te bevorderen en constipatie te voorkomen, wat een grote bijdrage kan leveren aan het verminderen van de druk in de onderbuik.

Tenslotte is het belangrijk om niet te lang op het toilet te blijven zitten, aangezien dit de druk op de anus kan verhogen. Maak er een gewoonte van om naar het toilet te gaan zodra je aandrang voelt en probeer het niet uit te stellen.

Het bericht Last van aambeien? Dit moet u weten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Meer dan 600 patiënten onderzocht met een nieuw type MRI-scanner in het Karolinska Universitair Ziekenhuis

Karolinska leidt de weg in klinisch gebruik van baanbrekende MRI-technologie

Het Karolinska Universitair Ziekenhuis is pionier in het klinisch gebruik van een revolutionaire MRI-camera. Meer dan 600 patiënten zijn al onderzocht met de nieuwe 7 Tesla MRI-camera, die betere beelden en nieuwe behandelingsmogelijkheden biedt voor neurologische aandoeningen.

Wereldprimeur voor Karolinska met 7 Tesla MRI-camera

In de zomer van 2023 werd het Karolinska Universitair Ziekenhuis het eerste ziekenhuis ter wereld dat de nieuwe MRI-camera in klinische praktijk gebruikte. De nieuwe camera heeft een magnetisch veld van 7 Tesla, het sterkste dat in de gezondheidszorg wordt gebruikt.

Succesvolle eerste 600 onderzoeken

Nu zijn al meer dan 600 patiënten onderzocht met de MRI. Tobias Granberg, afdelingshoofd bij ME Neuroradiologie, Medische Diagnostiek Karolinska, legt uit: “Karolinska is een van de weinige ziekenhuizen ter wereld met toegang tot deze nieuwe technologie. Door een sterke focus op klinisch voordeel hebben we patiënten kunnen onderzoeken op een werelduniek tempo.”

Nieuwe mogelijkheden voor neurologische ziekten

Voor mensen met verschillende neurologische aandoeningen, zoals MS, ALS, Parkinson, Alzheimer en epilepsie, kan de camera een groot verschil maken. Bij MS bijvoorbeeld, is het mogelijk om ontstekingsveranderingen in de hersenschors en bloedvaten in de MS-veranderingen te zien, wat bijdraagt aan een vroegere diagnose en behandeling. Bij ALS maakt de nieuwe camera het gemakkelijker om ijzerafzettingen in de hersenen te zien, wat ook bijdraagt aan een vroegere diagnose en de mogelijkheid om deel te nemen aan medicijnonderzoeken.

Verbeterde beeldkwaliteit en detailweergave

De nieuwe camera biedt aanzienlijk betere beelden dan zijn voorgangers. Het heeft een hogere resolutie en betere detailweergave van kleine veranderingen. Bij epilepsie kan de oorzaak van aanvallen worden gevonden bij één op de drie patiënten die geen bevindingen hebben met een reguliere MRI. Het vinden van deze kleine veranderingen maakt het mogelijk om deze patiënten te opereren, wat kan leiden tot aanvalsvrijheid.

Snellere en nauwkeurigere diagnostiek met AI

De MRI maakt ook gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). Dit betekent onder andere minder ruis in de beelden, maar ook dat de onderzoeken sneller gaan. Granberg zegt: “We zien dat we tot 30 procent meer mensen per dag kunnen onderzoeken met de camera’s waar we volledig gebruik maken van deze AI-technologieën.”

Toekomstige verwachtingen

Het ziekenhuis verwacht de camera te gebruiken om jaarlijks ongeveer 1.600 patiënten te onderzoeken. Deze vooruitgang markeert een belangrijke stap in de verbetering van de diagnose en behandeling van neurologische aandoeningen.

Het Karolinska Universitair Ziekenhuis blijft zo een voortrekkersrol vervullen in de toepassing van geavanceerde medische technologieën, ten behoeve van patiënten over de hele wereld.

Bron: Karolinska Universitair Ziekenhuis

Het bericht Meer dan 600 patiënten onderzocht met een nieuw type MRI-scanner in het Karolinska Universitair Ziekenhuis verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Mediacampagne van NVWA nodig om invoer tijgermug uit vakantielanden te stoppen

Vorig jaar bijna 2000 tijgermuggen in 35 gemeenten, in 10 provincies

Vorig jaar trof de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op een recordaantal locaties tijgermuggen aan. Het ging om 35 gemeenten, verspreid over alle provincies behalve Friesland en Groningen. Bij negen gemeenten betrof het vondsten bij importeurs van gebruikte banden, in twee gemeenten waren vondsten gedaan bij importeurs van Lucky bamboo. Bij 22 gemeenten ging het om vondsten in woonwijken, waarbij de tijgermuggen naar alle waarschijnlijkheid per ongeluk van vakantie zijn meegenomen uit Italië, Frankrijk, Spanje of andere landen waar ze veel voorkomen. Nu heeft de NVWA de aantallen bekendgemaakt:  bij elkaar gaat het om 1952 tijgermuggen. Veruit de meeste werden gevonden in woonwijken: de top 5 bestaat uit Valkenburg  (451 tijgermuggen), Doetinchem (306), Overbetuwe (213), Aalten (168) en Utrechtse Heuvelrug (165). In Valkenburg en Doetinchem zijn nu alweer tijgermuggen gevonden, wat er volgens stichting platform Stop invasieve exoten op wijst dat de bestrijding vorig jaar onvoldoende effectief is geweest en de exotische muggen de winter hebben overleefd. Het platform vindt daarom dat de NVWA snel een intensieve mediacampagne moet starten om de import uit vakantielanden zoveel mogelijk te stoppen.

De tijgermug is een uit Azië afkomstige mug die meer dan 20 virusziekten kan overdragen, zoals dengue ofwel knokkelkoorts, chikungunya en zika. Een bekende invoerroute is de import van gebruikte banden. De gezondheidsbedreigende mug werd vorig jaar dit jaar vooral gevonden bij bandenbedrijven. Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Bij veel van die bedrijven wordt de tijgermug er al meer dan tien jaar gesignaleerd, zonder dat de NVWA daar tegen optreedt. Daarom is het platform een rechtszaak gestart die nu bij de Raad van State ligt. Een datum voor de zitting moet nog steeds worden vastgesteld.”

In verschillende provincies zijn tijgermuggen gevonden, voornamelijk in woonwijken maar ook bij bedrijven die Lucky bamboo importeren en bij een bloemenveiling. In Drente werden vondsten gedaan bij een bandenbedrijf in Assen. In Overijssel werden zes tijgermuggen gevonden bij een bandenbedrijf in Hardenberg en in Nijverdal werden er 38 aangetroffen. Flevoland meldde vondsten bij bandenbedrijven in Almere, Lelystad en Emmeloord. Gelderland rapporteerde tijgermuggen in verschillende gemeenten, waaronder Arnhem, Aalten, en Doetinchem. In Utrecht werden vondsten gedaan in Montfoort, Utrechtse Heuvelrug en Vijfheerenlanden. Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg meldden ook vondsten, vooral in woonwijken maar ook bij bedrijven. In Limburg werden tijgermuggen aangetroffen in verschillende steden, waaronder Heerlen, Nederweert, en Sittard-Geleen. In Weert was dat tevens bij een bandenbedrijf.

Reinhold: “Opnieuw zien we dat het gros van de tijgermuggen in woonwijken wordt gevonden. Iedere keer dat mensen tijgermuggen meenemen van vakantie, is er een kans dat de muggen niet tijdig opgemerkt worden en ze zich kunnen verspreiden. Ondermeer de situatie in Valkenburg, Doetinchem, Arnhem en Hellendoorn wijst erop dat de bestrijding lang niet altijd effectief is en ze hebben kunnen overwinteren. Op die manier wordt de kans op vestiging levensgroot, en wordt het steeds moeilijker om ze dan nog uit te roeien.

Daarnaast kosten de door reizigers ingevoerde tijgermuggen de NVWA heel veel inzet van personeel doordat de vondsten bevestigd moeten worden, er in de wijde omgeving brieven verspreid moeten worden, en er regelmatig controles en bestrijdingsacties moeten worden uitgevoerd .

De NVWA heeft vier jaar geleden een voorlichtingsfilmpje gemaakt, maar dat is in al die tijd nog maar 137 keer bekeken. Ook op de social media besteedt de NVWA nauwelijks aandacht aan deze problematiek.

In 2022 werd de tijgermug in acht woonwijken gesignaleerd, vorig jaar in 22. Het onbegrijpelijk dat de NVWA nog steeds geen grootschalige, intensieve en langdurige mediacampagne is gestart rond de invoer van tijgermuggen door reizigers. De volksgezondheid heeft daar alle belang bij, en de NVWA zelf ook!”

Het bericht Mediacampagne van NVWA nodig om invoer tijgermug uit vakantielanden te stoppen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Titel: De Rol van Biosimilars in Kostenbesparing en Toekomstige Zorginnovatie

De inzet van biosimilars heeft de laatste jaren aanzienlijke kostenbesparingen opgeleverd in de Nederlandse gezondheidszorg. Dit artikel belicht niet alleen de besparingen die zijn gerealiseerd, maar werpt ook een blik op de toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen op het gebied van biosimilars.

Kostenbesparingen door Biosimilars

Volgens het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) hebben biosimilars tussen 2015 en 2022 geleid tot een indrukwekkende kostenbesparing van 82%. De uitgaven aan vijf verschillende biologische geneesmiddelen zijn in deze periode gedaald van 662 miljoen euro naar 169 miljoen euro, terwijl het aantal behandelde patiënten is toegenomen. Deze besparingen zijn mogelijk gemaakt door de lagere prijzen van biosimilars, waardoor meer patiënten toegang hebben gekregen tot effectieve behandelingen.

Belangrijke Uitkomsten van het Rapport

Het rapport ‘Biosimilar Beloften Waargemaakt’, gepubliceerd in maart 2024, benadrukt enkele cruciale bevindingen:

Na de introductie van biosimilars dalen de uitgaven per patiënt per jaar aanzienlijk, vaak met 70 tot 87%.

Ziekenhuizen vertonen variatie in het overstappen op biosimilars, maar er blijft ruimte voor individueel maatwerk.

Het gebruik van biosimilars is aanzienlijk toegenomen tussen 2019 en 2022, vooral in universitaire medische centra.

Bijdrage aan Zorginnovatie

Door de doelmatigere inzet van het geneesmiddelenbudget ontstaat er financiële ruimte voor nieuwe en innovatieve geneesmiddelen. Biosimilars dragen indirect bij aan de innovatie in de zorg, waardoor de duurzame betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg worden bevorderd.

Toekomstige Uitdagingen

Hoewel biosimilars aanzienlijke voordelen bieden, blijft de toekomst onzeker. Slechts een minderheid van biologische geneesmiddelen zal naar verwachting biosimilars krijgen na het verlopen van hun marktexclusiviteit. De kosten en onzekere marktomstandigheden kunnen fabrikanten ontmoedigen om nieuwe biosimilars te ontwikkelen. Bovendien kunnen agressieve prijsonderhandelingen en evergreening-strategieën de komst van toekomstige biosimilars belemmeren.

Conclusie

Hoewel biosimilars op dit moment van cruciaal belang zijn voor kostenbeheersing in de zorg, zijn er nog uitdagingen op de weg naar bredere acceptatie en gebruik. Het is essentieel om betrouwbare en onafhankelijke informatie te verstrekken aan zorgprofessionals en patiënten om een zorgvuldige introductie van biosimilars te waarborgen.

Over het IVM: Het speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de kwaliteit, veiligheid en betaalbaarheid van het geneesmiddelengebruik in Nederland. Het IVM voorziet zorgprofessionals van praktische richtlijnen en ondersteunt verschillende initiatieven gericht op medicatieveiligheid en -efficiëntie.

Over Biosimilars

Biosimilars vormen een belangrijk instrument voor het verlagen van de kosten van geneesmiddelen en het bevorderen van concurrentie op de markt. Deze merkloze geneesmiddelen spelen een essentiële rol bij het vergroten van de toegankelijkheid van hoogwaardige zorg voor patiënten in Nederland.

Bron: Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM)

Het bericht Titel: De Rol van Biosimilars in Kostenbesparing en Toekomstige Zorginnovatie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Verband tussen depressie en hart- en vaatziekten eindelijk verklaard: deels ontwikkeld uit hetzelfde genmodule

Bloedgenexpressieanalyse onthult functionele module van genen betrokken bij zowel depressie als hart- en vaatziekten

Al lange tijd is bekend dat depressie en hart- en vaatziekten op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn, hoewel het precieze verband een raadsel bleef. Nu hebben onderzoekers een ‘genmodule’ geïdentificeerd bestaande uit 256 functioneel gerelateerde, geco-exprimeerde genen, die deel uitmaken van het ontwikkelingsprogramma van beide ziekten. Deze genen kunnen nu worden gebruikt als biomarkers voor zowel depressie als hart- en vaatziekten, en zouden uiteindelijk kunnen helpen bij het vinden van nieuwe medicijnen om beide aan te pakken.

Depressie en CVD

Depressie en hart- en vaatziekten (CVD) zijn ernstige zorgen voor de volksgezondheid. Wereldwijd hebben ongeveer 280 miljoen mensen depressie, terwijl 620 miljoen mensen CVD hebben. Sinds de jaren 1990 is bekend dat de twee ziekten op de een of andere manier gerelateerd zijn. Bijvoorbeeld, mensen met depressie lopen een groter risico op CVD, terwijl effectieve vroege behandeling van depressie het risico op het ontwikkelen van CVD later met de helft vermindert. Omgekeerd hebben mensen met CVD vaak ook depressie. Om deze redenen adviseert de American Heart Association (AHA) om tieners met depressie te monitoren op CVD.

Wat nog niet bekend was, is wat deze ogenschijnlijke verwantschap tussen de twee ziekten veroorzaakt. Een deel van het antwoord ligt waarschijnlijk in levensstijlfactoren die veel voorkomen bij patiënten met depressie en die het risico op CVD verhogen, zoals roken, alcoholmisbruik, gebrek aan lichaamsbeweging en een slecht dieet. Maar het is ook mogelijk dat beide ziekten op een dieper niveau verwant zijn, via gedeelde ontwikkelingspaden.

Genmodule

Nu hebben wetenschappers aangetoond dat depressie en CVD inderdaad een deel van hun ontwikkelingsprogramma delen, met op zijn minst één functionele ‘genmodule’ gemeen. Dit resultaat, gepubliceerd in Frontiers in Psychiatry, biedt nieuwe markers voor depressie en CVD, en zou uiteindelijk kunnen helpen bij het vinden van medicijnen om beide ziekten aan te pakken.

“We hebben gekeken naar het genexpressieprofiel in het bloed van mensen met depressie en CVD en vonden 256 genen in een enkele genmodule waarvan de expressie op hogere of lagere niveaus dan gemiddeld mensen een groter risico geeft op beide ziekten,” zei eerste auteur Dr. Binisha H Mishra, een postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Tampere in Finland.

De auteurs definiëren een genmodule als een groep genen met vergelijkbare expressiepatronen onder verschillende omstandigheden en dus waarschijnlijk functioneel gerelateerd.

Jonge Finnen studie

Mishra en collega’s bestudeerden de genexpressiedata in het bloed van 899 vrouwen en mannen tussen 34 en 49 jaar oud die deelnemers waren aan de Jonge Finnen studie, een van de grootste studies naar cardiovasculaire risicofactoren van kindertijd tot volwassenheid tot nu toe. De Jonge Finnen studie begon in 1980 met een cohort van bijna 4.000 kinderen en adolescenten, destijds tussen drie en 18 jaar oud, willekeurig geselecteerd uit vijf steden in Finland. De gezondheid van deze deelnemers is sindsdien gevolgd.

Finland heeft de hoogste geschatte incidentie van psychische stoornissen in de EU, en staat op de negende plaats wereldwijd voor de prevalentie van depressie. Daarentegen heeft het land een relatief lage prevalentie van CVD, met een ranking in de onderste 20% wereldwijd voor deze klasse van ziekten.

In 2011 hebben de onderzoekers van de Jonge Finnen studie de deelnemers getest op symptomen van depressie met een beproefde vragenlijst: de Beck Depressie-inventaris (BDI-II), waarvan de score toeneemt bij ernstiger symptomen. Ze hebben ze ook getest op het risico op het ontwikkelen van CVD via de ‘ideale cardiovasculaire gezondheids’-score van de AHA, op een schaal van nul (hoogste risico) tot zeven (laagste risico). Mishra et al. analyseerden deze gegevens verder voor de huidige studie.

Het zit allemaal in het bloed

In 2011 was ook volbloed afgenomen van elke deelnemer, en Mishra en collega’s hebben deze monsters hier geanalyseerd met geavanceerde genexpressiemethoden.

Ze gebruikten geavanceerde statistiek om 22 verschillende genmodules te identificeren, waarvan er slechts één geassocieerd was met zowel een hoge score voor depressieve symptomen als een lage score voor cardiovasculaire gezondheid.

“De top drie genen uit deze genmodule zijn bekend om geassocieerd te zijn met neurodegeneratieve ziekten, bipolaire stoornis en depressie. Nu hebben we aangetoond dat ze ook geassocieerd zijn met een slechte cardiovasculaire gezondheid,” zei Mishra.

Deze genen zijn betrokken bij biologische processen zoals ontsteking die betrokken zijn bij de pathogenese van zowel depressie als hart- en vaatziekten. Dit verklaart waarom beide ziekten vaak samen voorkomen.

Andere genen in de gedeelde module zijn aangetoond betrokken te zijn bij hersenziekten zoals Alzheimer, Parkinson en Huntington.

“We kunnen de genen in deze module gebruiken als biomarkers voor depressie en hart- en vaatziekten. Uiteindelijk kunnen deze biomarkers de ontwikkeling van preventieve strategieën voor beide ziekten vergemakkelijken,” zei Mishra.

Bron: Tampere University, Tampere, Finland

Het bericht Verband tussen depressie en hart- en vaatziekten eindelijk verklaard: deels ontwikkeld uit hetzelfde genmodule verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram