Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app

Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app. In de MediMama app kan je makkelijk en snel informatie vinden over de veiligheid van zelfzorgmiddelen tijdens de zwangerschap en de borstvoedingsperiode. In de app staan bijna 200 verschillende middelen, zoals paracetamol, maagzuurremmers en neussprays. Vanaf Moederdag is de app gratis te downloaden.

Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven kunnen de MediMama app gebruiken om op te
zoeken of ze een zelfzorgmiddel wel of beter niet kunnen gebruiken.

Controleer direct of een medicijn veilig gebruikt kan worden;

Vind veilige alternatieven voor medicijnen;

Ontvang algemene adviezen voor jouw klachten.

De MediMama app

In de MediMama app kan je zoeken naar specifieke medicijnen of merken, maar ook naar groepen
van medicijnen. De app geeft duidelijke, overzichtelijke, bondige informatie over de veiligheid. Ook
handzaam als je voor het schap in de drogist staat. Daarnaast geeft de app algemene adviezen die
kunnen helpen bij het verminderen van klachten voordat je start met medicijnen, of als aanvulling
hierop. Voor meer informatie verwijst de app naar de Moeders van Morgen kennisbank
(www.lareb.nl/mvm-kennis). De app geeft geen medisch advies. Bij twijfel of blijvende klachten
wordt geadviseerd om altijd contact op te nemen met de arts, apotheker of verloskundige voor
persoonlijk advies.

Moeders van Morgen Lareb is het kenniscentrum voor medicijngebruik bij een kinderwens, tijdens
de zwangerschap en in de borstvoedingsperiode. Het is belangrijk dat vrouwen zichzelf goed kunnen
informeren voordat ze een middel willen gebruiken. Zeker voor vrij verkrijgbare medicijnen, waar
een zorgverlener niet altijd bij betrokken is. Daarom hebben wij de MediMama app ontwikkeld. Bij
het ontwikkelen en testen van de app waren veel zwangere en pas bevallen vrouwen betrokken.
De app is tot stand gekomen in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Organisatie van
Verloskundigen (KNOV), de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en het
Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD). De ontwikkeling van de MediMama app is gefinancierd
door ZonMw.

Download de MediMama app nu gratis in de Google Play Store of in de Appstore.

Bron: Lareb

Het bericht Moeders van Morgen Lareb lanceert de MediMama app verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Last van aambeien? Dit moet u weten

Aambeien zijn een veelvoorkomend probleem dat veel mensen treft, maar vaak wordt er niet openlijk over gesproken. Het ervaren van aambeien kan ongemakkelijk en pijnlijk zijn, maar gelukkig is er veel dat je kunt doen om zowel de symptomen te behandelen als toekomstige problemen te voorkomen. In deze blog gaan we dieper in op de oorzaken van aambeien, bespreken we de behandelingsopties en geven we tips om herhaling in de toekomst te voorkomen.

De oorzaken van aambeien

Aambeien, ook bekend als hemorroïden, zijn gezwollen bloedvaten in of rond de anus en het onderste deel van het rectum. De exacte oorzaak van aambeien is niet altijd duidelijk, maar er zijn verschillende factoren die het risico kunnen verhogen. Chronische constipatie of diarree kan leiden tot aambeien omdat beide de druk in de bloedvaten rond de anus verhogen tijdens de stoelgang. Dit geldt ook voor langdurig zitten op het toilet, wat de druk in de onderbuik kan verhogen en de vorming van aambeien kan bevorderen.

Zwangerschap is een andere veelvoorkomende oorzaak, vooral in het derde trimester, wanneer de vergrote baarmoeder druk uitoefent op de aderen in de onderbuik. Ook het persen tijdens de bevalling kan aambeien veroorzaken of verergeren. Daarnaast kunnen factoren zoals overgewicht, een zittend leven en een dieet met weinig vezels bijdragen aan de ontwikkeling van aambeien.

Aambeien behandeling

Als je last hebt van aambeien, zijn er verschillende behandelopties die verlichting kunnen bieden. Voor milde gevallen kunnen huismiddeltjes en eenvoudige veranderingen in levensstijl al veel betekenen. Zo kunnen koude kompressen of ijs de zwelling verminderen en de pijn verlichten. Ook het gebruik van vrij verkrijgbare zalven en crèmes die hydrocortison bevatten, kan helpen om de jeuk en irritatie te verminderen.

Voor ernstigere gevallen zijn er andere medische behandelingen beschikbaar. Een populaire methode is de rubberbandligatie, waarbij een kleine rubberen band rond de basis van de aambei wordt geplaatst om de bloedtoevoer af te snijden, waardoor de aambei binnen een week afsterft en vanzelf afvalt. Er is ook een aambeien behandeling beschikbaar die minder belastend is. Bij deze innovatieve behandeling wordt er een vloeistof in de aambei gespoten, waardoor deze snel verdwijnt. 

Aambeien voorkomen in de toekomst

Hoewel het niet altijd mogelijk is om aambeien volledig te voorkomen, zijn er verschillende stappen die je kunt nemen om je risico te minimaliseren. Een van de meest effectieve maatregelen is het handhaven van een vezelrijk dieet. Vezels helpen de stoelgang te verzachten, waardoor de noodzaak om te persen tijdens de stoelgang vermindert en de druk op de bloedvaten in de anus afneemt. Vezelrijke voedingsmiddelen zijn onder andere fruit, groenten, volkoren producten en bonen.

Voldoende hydratatie is ook essentieel. Drink veel water gedurende de dag om de stoelgang zacht te houden. Daarnaast is regelmatige lichaamsbeweging belangrijk om de darmtransit te bevorderen en constipatie te voorkomen, wat een grote bijdrage kan leveren aan het verminderen van de druk in de onderbuik.

Tenslotte is het belangrijk om niet te lang op het toilet te blijven zitten, aangezien dit de druk op de anus kan verhogen. Maak er een gewoonte van om naar het toilet te gaan zodra je aandrang voelt en probeer het niet uit te stellen.

Het bericht Last van aambeien? Dit moet u weten verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Meer dan 600 patiënten onderzocht met een nieuw type MRI-scanner in het Karolinska Universitair Ziekenhuis

Karolinska leidt de weg in klinisch gebruik van baanbrekende MRI-technologie

Het Karolinska Universitair Ziekenhuis is pionier in het klinisch gebruik van een revolutionaire MRI-camera. Meer dan 600 patiënten zijn al onderzocht met de nieuwe 7 Tesla MRI-camera, die betere beelden en nieuwe behandelingsmogelijkheden biedt voor neurologische aandoeningen.

Wereldprimeur voor Karolinska met 7 Tesla MRI-camera

In de zomer van 2023 werd het Karolinska Universitair Ziekenhuis het eerste ziekenhuis ter wereld dat de nieuwe MRI-camera in klinische praktijk gebruikte. De nieuwe camera heeft een magnetisch veld van 7 Tesla, het sterkste dat in de gezondheidszorg wordt gebruikt.

Succesvolle eerste 600 onderzoeken

Nu zijn al meer dan 600 patiënten onderzocht met de MRI. Tobias Granberg, afdelingshoofd bij ME Neuroradiologie, Medische Diagnostiek Karolinska, legt uit: “Karolinska is een van de weinige ziekenhuizen ter wereld met toegang tot deze nieuwe technologie. Door een sterke focus op klinisch voordeel hebben we patiënten kunnen onderzoeken op een werelduniek tempo.”

Nieuwe mogelijkheden voor neurologische ziekten

Voor mensen met verschillende neurologische aandoeningen, zoals MS, ALS, Parkinson, Alzheimer en epilepsie, kan de camera een groot verschil maken. Bij MS bijvoorbeeld, is het mogelijk om ontstekingsveranderingen in de hersenschors en bloedvaten in de MS-veranderingen te zien, wat bijdraagt aan een vroegere diagnose en behandeling. Bij ALS maakt de nieuwe camera het gemakkelijker om ijzerafzettingen in de hersenen te zien, wat ook bijdraagt aan een vroegere diagnose en de mogelijkheid om deel te nemen aan medicijnonderzoeken.

Verbeterde beeldkwaliteit en detailweergave

De nieuwe camera biedt aanzienlijk betere beelden dan zijn voorgangers. Het heeft een hogere resolutie en betere detailweergave van kleine veranderingen. Bij epilepsie kan de oorzaak van aanvallen worden gevonden bij één op de drie patiënten die geen bevindingen hebben met een reguliere MRI. Het vinden van deze kleine veranderingen maakt het mogelijk om deze patiënten te opereren, wat kan leiden tot aanvalsvrijheid.

Snellere en nauwkeurigere diagnostiek met AI

De MRI maakt ook gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). Dit betekent onder andere minder ruis in de beelden, maar ook dat de onderzoeken sneller gaan. Granberg zegt: “We zien dat we tot 30 procent meer mensen per dag kunnen onderzoeken met de camera’s waar we volledig gebruik maken van deze AI-technologieën.”

Toekomstige verwachtingen

Het ziekenhuis verwacht de camera te gebruiken om jaarlijks ongeveer 1.600 patiënten te onderzoeken. Deze vooruitgang markeert een belangrijke stap in de verbetering van de diagnose en behandeling van neurologische aandoeningen.

Het Karolinska Universitair Ziekenhuis blijft zo een voortrekkersrol vervullen in de toepassing van geavanceerde medische technologieën, ten behoeve van patiënten over de hele wereld.

Bron: Karolinska Universitair Ziekenhuis

Het bericht Meer dan 600 patiënten onderzocht met een nieuw type MRI-scanner in het Karolinska Universitair Ziekenhuis verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Mediacampagne van NVWA nodig om invoer tijgermug uit vakantielanden te stoppen

Vorig jaar bijna 2000 tijgermuggen in 35 gemeenten, in 10 provincies

Vorig jaar trof de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op een recordaantal locaties tijgermuggen aan. Het ging om 35 gemeenten, verspreid over alle provincies behalve Friesland en Groningen. Bij negen gemeenten betrof het vondsten bij importeurs van gebruikte banden, in twee gemeenten waren vondsten gedaan bij importeurs van Lucky bamboo. Bij 22 gemeenten ging het om vondsten in woonwijken, waarbij de tijgermuggen naar alle waarschijnlijkheid per ongeluk van vakantie zijn meegenomen uit Italië, Frankrijk, Spanje of andere landen waar ze veel voorkomen. Nu heeft de NVWA de aantallen bekendgemaakt:  bij elkaar gaat het om 1952 tijgermuggen. Veruit de meeste werden gevonden in woonwijken: de top 5 bestaat uit Valkenburg  (451 tijgermuggen), Doetinchem (306), Overbetuwe (213), Aalten (168) en Utrechtse Heuvelrug (165). In Valkenburg en Doetinchem zijn nu alweer tijgermuggen gevonden, wat er volgens stichting platform Stop invasieve exoten op wijst dat de bestrijding vorig jaar onvoldoende effectief is geweest en de exotische muggen de winter hebben overleefd. Het platform vindt daarom dat de NVWA snel een intensieve mediacampagne moet starten om de import uit vakantielanden zoveel mogelijk te stoppen.

De tijgermug is een uit Azië afkomstige mug die meer dan 20 virusziekten kan overdragen, zoals dengue ofwel knokkelkoorts, chikungunya en zika. Een bekende invoerroute is de import van gebruikte banden. De gezondheidsbedreigende mug werd vorig jaar dit jaar vooral gevonden bij bandenbedrijven. Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Bij veel van die bedrijven wordt de tijgermug er al meer dan tien jaar gesignaleerd, zonder dat de NVWA daar tegen optreedt. Daarom is het platform een rechtszaak gestart die nu bij de Raad van State ligt. Een datum voor de zitting moet nog steeds worden vastgesteld.”

In verschillende provincies zijn tijgermuggen gevonden, voornamelijk in woonwijken maar ook bij bedrijven die Lucky bamboo importeren en bij een bloemenveiling. In Drente werden vondsten gedaan bij een bandenbedrijf in Assen. In Overijssel werden zes tijgermuggen gevonden bij een bandenbedrijf in Hardenberg en in Nijverdal werden er 38 aangetroffen. Flevoland meldde vondsten bij bandenbedrijven in Almere, Lelystad en Emmeloord. Gelderland rapporteerde tijgermuggen in verschillende gemeenten, waaronder Arnhem, Aalten, en Doetinchem. In Utrecht werden vondsten gedaan in Montfoort, Utrechtse Heuvelrug en Vijfheerenlanden. Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg meldden ook vondsten, vooral in woonwijken maar ook bij bedrijven. In Limburg werden tijgermuggen aangetroffen in verschillende steden, waaronder Heerlen, Nederweert, en Sittard-Geleen. In Weert was dat tevens bij een bandenbedrijf.

Reinhold: “Opnieuw zien we dat het gros van de tijgermuggen in woonwijken wordt gevonden. Iedere keer dat mensen tijgermuggen meenemen van vakantie, is er een kans dat de muggen niet tijdig opgemerkt worden en ze zich kunnen verspreiden. Ondermeer de situatie in Valkenburg, Doetinchem, Arnhem en Hellendoorn wijst erop dat de bestrijding lang niet altijd effectief is en ze hebben kunnen overwinteren. Op die manier wordt de kans op vestiging levensgroot, en wordt het steeds moeilijker om ze dan nog uit te roeien.

Daarnaast kosten de door reizigers ingevoerde tijgermuggen de NVWA heel veel inzet van personeel doordat de vondsten bevestigd moeten worden, er in de wijde omgeving brieven verspreid moeten worden, en er regelmatig controles en bestrijdingsacties moeten worden uitgevoerd .

De NVWA heeft vier jaar geleden een voorlichtingsfilmpje gemaakt, maar dat is in al die tijd nog maar 137 keer bekeken. Ook op de social media besteedt de NVWA nauwelijks aandacht aan deze problematiek.

In 2022 werd de tijgermug in acht woonwijken gesignaleerd, vorig jaar in 22. Het onbegrijpelijk dat de NVWA nog steeds geen grootschalige, intensieve en langdurige mediacampagne is gestart rond de invoer van tijgermuggen door reizigers. De volksgezondheid heeft daar alle belang bij, en de NVWA zelf ook!”

Het bericht Mediacampagne van NVWA nodig om invoer tijgermug uit vakantielanden te stoppen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Titel: De Rol van Biosimilars in Kostenbesparing en Toekomstige Zorginnovatie

De inzet van biosimilars heeft de laatste jaren aanzienlijke kostenbesparingen opgeleverd in de Nederlandse gezondheidszorg. Dit artikel belicht niet alleen de besparingen die zijn gerealiseerd, maar werpt ook een blik op de toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen op het gebied van biosimilars.

Kostenbesparingen door Biosimilars

Volgens het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) hebben biosimilars tussen 2015 en 2022 geleid tot een indrukwekkende kostenbesparing van 82%. De uitgaven aan vijf verschillende biologische geneesmiddelen zijn in deze periode gedaald van 662 miljoen euro naar 169 miljoen euro, terwijl het aantal behandelde patiënten is toegenomen. Deze besparingen zijn mogelijk gemaakt door de lagere prijzen van biosimilars, waardoor meer patiënten toegang hebben gekregen tot effectieve behandelingen.

Belangrijke Uitkomsten van het Rapport

Het rapport ‘Biosimilar Beloften Waargemaakt’, gepubliceerd in maart 2024, benadrukt enkele cruciale bevindingen:

Na de introductie van biosimilars dalen de uitgaven per patiënt per jaar aanzienlijk, vaak met 70 tot 87%.

Ziekenhuizen vertonen variatie in het overstappen op biosimilars, maar er blijft ruimte voor individueel maatwerk.

Het gebruik van biosimilars is aanzienlijk toegenomen tussen 2019 en 2022, vooral in universitaire medische centra.

Bijdrage aan Zorginnovatie

Door de doelmatigere inzet van het geneesmiddelenbudget ontstaat er financiële ruimte voor nieuwe en innovatieve geneesmiddelen. Biosimilars dragen indirect bij aan de innovatie in de zorg, waardoor de duurzame betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg worden bevorderd.

Toekomstige Uitdagingen

Hoewel biosimilars aanzienlijke voordelen bieden, blijft de toekomst onzeker. Slechts een minderheid van biologische geneesmiddelen zal naar verwachting biosimilars krijgen na het verlopen van hun marktexclusiviteit. De kosten en onzekere marktomstandigheden kunnen fabrikanten ontmoedigen om nieuwe biosimilars te ontwikkelen. Bovendien kunnen agressieve prijsonderhandelingen en evergreening-strategieën de komst van toekomstige biosimilars belemmeren.

Conclusie

Hoewel biosimilars op dit moment van cruciaal belang zijn voor kostenbeheersing in de zorg, zijn er nog uitdagingen op de weg naar bredere acceptatie en gebruik. Het is essentieel om betrouwbare en onafhankelijke informatie te verstrekken aan zorgprofessionals en patiënten om een zorgvuldige introductie van biosimilars te waarborgen.

Over het IVM: Het speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de kwaliteit, veiligheid en betaalbaarheid van het geneesmiddelengebruik in Nederland. Het IVM voorziet zorgprofessionals van praktische richtlijnen en ondersteunt verschillende initiatieven gericht op medicatieveiligheid en -efficiëntie.

Over Biosimilars

Biosimilars vormen een belangrijk instrument voor het verlagen van de kosten van geneesmiddelen en het bevorderen van concurrentie op de markt. Deze merkloze geneesmiddelen spelen een essentiële rol bij het vergroten van de toegankelijkheid van hoogwaardige zorg voor patiënten in Nederland.

Bron: Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM)

Het bericht Titel: De Rol van Biosimilars in Kostenbesparing en Toekomstige Zorginnovatie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Verband tussen depressie en hart- en vaatziekten eindelijk verklaard: deels ontwikkeld uit hetzelfde genmodule

Bloedgenexpressieanalyse onthult functionele module van genen betrokken bij zowel depressie als hart- en vaatziekten

Al lange tijd is bekend dat depressie en hart- en vaatziekten op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn, hoewel het precieze verband een raadsel bleef. Nu hebben onderzoekers een ‘genmodule’ geïdentificeerd bestaande uit 256 functioneel gerelateerde, geco-exprimeerde genen, die deel uitmaken van het ontwikkelingsprogramma van beide ziekten. Deze genen kunnen nu worden gebruikt als biomarkers voor zowel depressie als hart- en vaatziekten, en zouden uiteindelijk kunnen helpen bij het vinden van nieuwe medicijnen om beide aan te pakken.

Depressie en CVD

Depressie en hart- en vaatziekten (CVD) zijn ernstige zorgen voor de volksgezondheid. Wereldwijd hebben ongeveer 280 miljoen mensen depressie, terwijl 620 miljoen mensen CVD hebben. Sinds de jaren 1990 is bekend dat de twee ziekten op de een of andere manier gerelateerd zijn. Bijvoorbeeld, mensen met depressie lopen een groter risico op CVD, terwijl effectieve vroege behandeling van depressie het risico op het ontwikkelen van CVD later met de helft vermindert. Omgekeerd hebben mensen met CVD vaak ook depressie. Om deze redenen adviseert de American Heart Association (AHA) om tieners met depressie te monitoren op CVD.

Wat nog niet bekend was, is wat deze ogenschijnlijke verwantschap tussen de twee ziekten veroorzaakt. Een deel van het antwoord ligt waarschijnlijk in levensstijlfactoren die veel voorkomen bij patiënten met depressie en die het risico op CVD verhogen, zoals roken, alcoholmisbruik, gebrek aan lichaamsbeweging en een slecht dieet. Maar het is ook mogelijk dat beide ziekten op een dieper niveau verwant zijn, via gedeelde ontwikkelingspaden.

Genmodule

Nu hebben wetenschappers aangetoond dat depressie en CVD inderdaad een deel van hun ontwikkelingsprogramma delen, met op zijn minst één functionele ‘genmodule’ gemeen. Dit resultaat, gepubliceerd in Frontiers in Psychiatry, biedt nieuwe markers voor depressie en CVD, en zou uiteindelijk kunnen helpen bij het vinden van medicijnen om beide ziekten aan te pakken.

“We hebben gekeken naar het genexpressieprofiel in het bloed van mensen met depressie en CVD en vonden 256 genen in een enkele genmodule waarvan de expressie op hogere of lagere niveaus dan gemiddeld mensen een groter risico geeft op beide ziekten,” zei eerste auteur Dr. Binisha H Mishra, een postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Tampere in Finland.

De auteurs definiëren een genmodule als een groep genen met vergelijkbare expressiepatronen onder verschillende omstandigheden en dus waarschijnlijk functioneel gerelateerd.

Jonge Finnen studie

Mishra en collega’s bestudeerden de genexpressiedata in het bloed van 899 vrouwen en mannen tussen 34 en 49 jaar oud die deelnemers waren aan de Jonge Finnen studie, een van de grootste studies naar cardiovasculaire risicofactoren van kindertijd tot volwassenheid tot nu toe. De Jonge Finnen studie begon in 1980 met een cohort van bijna 4.000 kinderen en adolescenten, destijds tussen drie en 18 jaar oud, willekeurig geselecteerd uit vijf steden in Finland. De gezondheid van deze deelnemers is sindsdien gevolgd.

Finland heeft de hoogste geschatte incidentie van psychische stoornissen in de EU, en staat op de negende plaats wereldwijd voor de prevalentie van depressie. Daarentegen heeft het land een relatief lage prevalentie van CVD, met een ranking in de onderste 20% wereldwijd voor deze klasse van ziekten.

In 2011 hebben de onderzoekers van de Jonge Finnen studie de deelnemers getest op symptomen van depressie met een beproefde vragenlijst: de Beck Depressie-inventaris (BDI-II), waarvan de score toeneemt bij ernstiger symptomen. Ze hebben ze ook getest op het risico op het ontwikkelen van CVD via de ‘ideale cardiovasculaire gezondheids’-score van de AHA, op een schaal van nul (hoogste risico) tot zeven (laagste risico). Mishra et al. analyseerden deze gegevens verder voor de huidige studie.

Het zit allemaal in het bloed

In 2011 was ook volbloed afgenomen van elke deelnemer, en Mishra en collega’s hebben deze monsters hier geanalyseerd met geavanceerde genexpressiemethoden.

Ze gebruikten geavanceerde statistiek om 22 verschillende genmodules te identificeren, waarvan er slechts één geassocieerd was met zowel een hoge score voor depressieve symptomen als een lage score voor cardiovasculaire gezondheid.

“De top drie genen uit deze genmodule zijn bekend om geassocieerd te zijn met neurodegeneratieve ziekten, bipolaire stoornis en depressie. Nu hebben we aangetoond dat ze ook geassocieerd zijn met een slechte cardiovasculaire gezondheid,” zei Mishra.

Deze genen zijn betrokken bij biologische processen zoals ontsteking die betrokken zijn bij de pathogenese van zowel depressie als hart- en vaatziekten. Dit verklaart waarom beide ziekten vaak samen voorkomen.

Andere genen in de gedeelde module zijn aangetoond betrokken te zijn bij hersenziekten zoals Alzheimer, Parkinson en Huntington.

“We kunnen de genen in deze module gebruiken als biomarkers voor depressie en hart- en vaatziekten. Uiteindelijk kunnen deze biomarkers de ontwikkeling van preventieve strategieën voor beide ziekten vergemakkelijken,” zei Mishra.

Bron: Tampere University, Tampere, Finland

Het bericht Verband tussen depressie en hart- en vaatziekten eindelijk verklaard: deels ontwikkeld uit hetzelfde genmodule verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Reactie NTS op evaluatie donorwet: blij dat donorwens Nederlanders veel beter bekend is

De wijziging van de donorwet in 2020 heeft ervoor gezorgd dat familie en artsen veel beter weten of iemand donor wil zijn: driekwart van alle Nederlanders heeft actief de eigen wens geregistreerd, een stijging van vijftig procent. Daarnaast weet een meerderheid van de bevolking dat het niet doorgeven van een keuze in het Donorregister betekent dat je automatisch donor bent (‘geen bezwaar’), zo blijkt uit de evaluatie van de gewijzigde Wet op orgaandonatie. Directeur Naomi Nathan van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is blij met deze uitkomsten: ‘Dat is de belangrijke winst van de donorwet. Deze evaluatie laat zien dat je erop mag vertrouwen dat mensen donor willen zijn als zij gekozen hebben voor ‘ja’ of ‘geen bezwaar’.

Vandaag presenteerde minister Pia Dijkstra van Volksgezondheid het evaluatierapport over de gewijzigde donorwet aan de Tweede Kamer.

Publiek informeren blijft essentieel

De NTS herkent zich in de uitkomsten van de evaluatie en constateert met de minister dat publieksvoorlichting de komende jaren hard nodig blijft. Naomi Nathan: ‘Aan de ene kant is het goed dat een meerderheid van de bevolking goed op de hoogte is van de donorwet. Maar wij willen toe naar een situatie waarin iedereen een keuze doorgeeft die bij hem of haar past én iedereen weet dat ‘geen bezwaar’ betekent dat je automatisch donor bent. Dat is een voorwaarde voor het behouden van maatschappelijk vertrouwen in de wet. En dát geeft de beste kans op meer orgaan- en weefseltransplantaties, waarmee we mensen op de wachtlijst kunnen helpen.’

Delen van keuze met familie

Maar misschien nog wel belangrijker is dat lang niet iedereen weet wat hun dierbare heeft gekozen. Nathan: ‘Artsen merken in de praktijk dat families soms worden verrast door de mededeling dat hun familielid als donor geregistreerd staat. Als je er nooit met elkaar over hebt gesproken, kan de twijfel toeslaan. Zeker bij een toestemming op basis van een ‘geen bezwaar’-registratie: was dit wel een bewuste keuze van mijn dierbare? Daarom roepen wij iedereen in Nederland op: deel je keuze met je familie! Zo voorkom je onverwacht nieuws op een toch al verdrietig moment.’

Misverstand over rol familie

De NTS constateert dat het nog een relatief nieuwe wet is, die echt nog ingeburgerd moet raken, en zal zich naast de overheid de komende jaren actief blijven inspannen om iedereen te informeren over wat orgaan- en weefseldonatie inhoudt. Nathan: ‘Informeren is ook belangrijk om misverstanden aan te pakken. Zo wordt nogal eens gedacht dat de familie altijd het laatste woord heeft. Deze verwarring komt waarschijnlijk voort uit de oude wet. In de huidige donorwet heeft iedereen een keuze gemaakt, en als je niets doorgeeft ben je automatisch donor. De familie kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden tegen deze registratie ingaan.’

Gespreksondersteuning

Ook gaat de NTS onderzoeken hoe donatieprofessionals en familie communicatief nog beter ondersteund kunnen worden tijdens het donatieproces in het ziekenhuis. Nathan: ‘We geven jaarlijks al veel trainingen aan professionals in gespreksvoering met familie over donatie. Maar zij kunnen door het lage aantal gesprekken hier vervolgens weinig mee oefenen. Wij zijn blij dat de minister heeft aangegeven dat zij op korte termijn wil bezien of ze een vervolg wil geven aan een eerdere pilot van de NTS met orgaandonatiecoördinatoren die dit soort gesprekken kunnen ondersteunen en mogelijk samen voeren. En we denken dat we het gesprek met de familie nog beter in beeld en taal kunnen gaan ondersteunen.’

Effect donorwet op transplantaties

Er is de laatste jaren sprake van een lichte toename aan donoren en transplantaties. Terecht wordt in het rapport geconcludeerd dat het mede door de coronapandemie te vroeg is om echt de effecten te kunnen vaststellen van de nieuwe donorwet op het aantal orgaan- en weefseldonoren. De NTS zal graag meewerken aan een nieuwe evaluatie in 2029. Nathan: ‘En het is mooi nieuws dat de minister wil blijven stimuleren dat meer organen en weefsels beschikbaar komen, bijvoorbeeld door financiering van innovatieve perfusietechnieken’

Achtergrondinformatie

Kamerbrief en Evaluatie van de gewijzigde Wet op orgaandonatie 

Jaarcijfers NTS 2023

Cijfers over organen en weefsels

Bron: NTS

Het bericht Reactie NTS op evaluatie donorwet: blij dat donorwens Nederlanders veel beter bekend is verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Databeschikbaarheid voor borstkankerzorg vraagt om meer regie

Casus IKNL en Nictiz biedt analyse, duiding en oplossingen voor uitwisselingsknelpunten in borstkankerzorg

Iemand met de diagnose kanker ziet meerdere artsen en soms ook ziekenhuizen. Helaas delen die hun medische gegevens nog niet altijd automatisch. Dat leidt tot tijdverlies, onnodige herhaling van informatie en soms fouten die de behandeling kunnen vertragen of schaden. Nictiz en IKNL benadrukken daarom het belang van goede registratie en digitale informatievoorziening in borstkankerzorg en de regie die daarvoor nodig is. Een samenwerking tussen de beide partijen leverde de casus Knelpuntenanalyse informatiestandaard mammacarcinoom op die dit belang illustreert.

Klik hier voor de casus Knelpuntenanalyse informatiestandaard mammacarcinoom

De casus beschrijft de afspraken die zijn gemaakt over Eenheid van Taal in de borstkankerzorg en hoe die tot stand zijn gekomen. Tevens illustreert deze het toepassen van de hulpmiddelen voor een duurzaam gezondheidsinformatiestelsel:het speelveldmodel en het specificatiecanvas, die Nictiz in 2023 introduceerde. De casus laat zien dat deze beide modellen handvatten bieden om de knelpunten bij de uitwisseling van informatie voor borstkankerzorg te analyseren, duiden en oplossingen aan te dragen. Inmiddels worden de knelpunten oncologie-breed opgepakt binnen OncoNext.

Beschikbaar, bereikbaar en bruikbaar

Deze samenwerking tussen Nictiz en IKNL is in het kader van de architectuur van het gezondheidsinformatiestelsel, die in lijn is met de Nationale Visie op het gezondheidsinformatiestelsel. Die gaat uit van het principe dat data beschikbaar, bereikbaar en bruikbaar moet zijn. Voor het primaire zorgproces, zodat zorgverleners beschikken over complete en actuele gezondheidsgegevens om de juiste zorg te kunnen verlenen. Maar ook voor secundaire gebruiksdoelen zoals wetenschappelijk onderzoek, kwaliteitsverbetering of beleidsvorming.

Informatiestandaarden beschrijven welke informatie gestructureerd en gestandaardiseerd wordt vastgelegd, zodat deze informatie herbruikbaar is voor automatische uitwisseling tussen zorgverleners en zorginstellingen.

Informatiestandaard Mammacarcinoom

De commissie Standaardisatie verslaglegging van het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON) ontwikkelde de informatiestandaard Mammacarcinoom. Voor de verschillende zorgdisciplines en in nauwe samenwerking met ICT-professionals en ondersteuning van IKNL. Zij maakten hierbij gebruik van de kennis van Nictiz over generieke standaarden, terminologie en ART-DECOR. De landelijke standaarden voor de MDO- en radiologie-verslaglegging zijn onderdeel van deze informatiestandaard. De commissie bepaalt periodiek op basis van feedback van gebruikers of er wijzigingen nodig zijn in de informatiestandaard.

Aan de hand van toelatingscriteria bepaalt Nictiz als stelselbeheerder onder andere of een standaard kan worden opgenomen in het stelsel van standaarden, die het speelveldmodel en specificatiecanvas als achtergrond hebben. Deze casus is een goed voorbeeld van de toepassing van die toelatingscriteria. Aan de andere kant draagt de casus bij om deze stelselcriteria verder aan te scherpen.

Over IKNL en Nictiz

Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is een onafhankelijk kennisinstituut voor de oncologische en palliatieve zorg. De missie van IKNL is het reduceren van de impact van kanker. Dat doen zij op basis van inzichten van (real-world) data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). IKNL werkt nauw samen met Nictiz om te komen tot een werkend informatiesysteem voor de oncologische en palliatieve zorg.

Nictiz is de Nederlandse kennisorganisatie voor digitale informatievoorziening in de zorg en heeft als motto: betere gezondheid door betere informatie. Naast het ontwikkelen en beheren van standaarden, adviseert Nictiz het ministerie van VWS en zorgpartijen over de inrichting van een duurzaam gezondheidsinformatiestelsel. Daarbij verzamelt en deelt Nictiz kennis over digitale informatievoorziening in de zorg. Samenwerking met partijen uit het zorgveld is daarbij van essentieel belang. Nictiz is tijdelijk stelselbeheerder van het stelsel van standaarden.

Bron: Nictiz

Het bericht Databeschikbaarheid voor borstkankerzorg vraagt om meer regie verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Hartpatiënten voortaan eerder betrokken bij vraag wanneer ze naar huis mogen

Hartpatiënten worden in het Catharina Ziekenhuis voortaan eerder betrokken bij de voorwaarden van ontslag. En worden daardoor niet meer overvallen door de (eerdere) ontslagdatum.  “Dit, in combinatie met het geoptimaliseerd logistiek proces, zorgt ervoor dat iedereen met een gerust hart naar huis gaat.”

Miriam Scheurwater, AIOS (arts in opleiding tot specialist) cardiologie en onderzoeker in het Catharina Ziekenhuis, en cardioloog René Tio zijn zich ervan bewust dat een iets kortere opnameduur niet bij iedereen als muziek in de oren klinkt. “Maar het is beter om thuis te herstellen:  je bent veel sneller mobiel doordat je niet de hele dag op bed ligt en je zelfredzaamheid gestimuleerd wordt”, legt Scheurwater uit. “Bovendien zweven er in je eigen huis minder ziektekiemen rond en voor de psycho-sociale support ben je niet gebonden aan de bezoekuren.” Tio vult aan: “We besparen patiënten nu één opnamedag doordat het logistieke proces is geoptimaliseerd. En niemand gaat naar huis die niet naar huis kan.”

De kern van de betere stroomlijning: er wordt niet meer ’s middags verteld dat iemand dezelfde dag nog naar huis mag, maar er wordt een dag eerder al besproken op welke voorwaarden een patiënt de volgende dag het Catharina Ziekenhuis mag verlaten. “Dat gaat dan bijvoorbeeld om nog een bloedonderzoek of een labuitslag”, aldus Scheurwater. “Op die manier kan de patiënt beter wennen aan het idee dat hij of zij naar huis gaat.  Vervolgens wordt achter de schermen het ontslag verder geregeld met bijvoorbeeld de apotheek.” Deze stap is een voorbeeld van het streven naar waardegedreven zorg: zorg die écht het verschil maakt voor een patiënt.

Groot effect

Een dashboard gemaakt door Medtronic, één van ’s werelds grootste bedrijven op het gebied van medische technologie, is van grote waarde bij de nieuwe werkwijze. Tio: “Daarin staat een overzicht van alle patiënten en wat er voor nodig is om iemand met een gerust hart naar huis te kunnen laten gaan. Dat is een essentiële factor.” De twee zijn de eerste om te erkennen dat het een heel simpele stap is. “Maar wel eentje met groot effect. Voor de patiënt, de verpleging, maar wie naar het bredere plaatje kijkt ook voor het ziekenhuis: de druk op de bedden zal zo minder worden. Daarom willen we dit duurzaam implementeren.”

De projectgroep die aan de basis van deze veranderingen staat, bestaat naast Scheurwater en Tio uit Janneke van Houtum (ad interim teamleider cardiologie), Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Niki van de Goorberg (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Kim Smulders (ANIOS cardiologie) en Wouter van Zwieten (Medtronic).

Niki van de Goorberg (links, gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie) en Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie)

Bron: CzE

Het bericht Hartpatiënten voortaan eerder betrokken bij vraag wanneer ze naar huis mogen verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Europese Commissie keurt nieuwe behandeling goed tegen multiresistente bacteriën

De Europese Commissie heeft goedkeuring verleend voor een nieuwe behandeling gericht op volwassen patiënten met ernstige infecties veroorzaakt door multiresistente Gram-negatieve bacteriën, waarbij de behandelingsmogelijkheden beperkt zijn.

De goedkeuring van de Europese Commissie betekent dat de nieuwe behandeling, een vaste-dosiscombinatie van twee actieve stoffen, binnenkort beschikbaar zal zijn. Deze versnelde goedkeuring volgde op een positief advies van het Comité voor Geneesmiddelen voor Menselijk Gebruik van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), gepubliceerd op 24 maart 2024. De behandeling werd beoordeeld onder de versnelde beoordelingsprocedure, omdat het wordt beschouwd als van groot openbaar gezondheidsbelang.

Gram-negatieve bacteriën die resistent zijn tegen veel van de momenteel beschikbare antibiotica veroorzaken ernstige infecties en vormen een ernstig volksgezondheidsprobleem, aangezien patiënten beperkte of soms geen behandelingsmogelijkheden hebben. Het wordt geschat dat tot 35.000 sterfgevallen per jaar in de EU worden veroorzaakt door deze multiresistente bacteriën.

De nieuwe combinatietherapie zal de eerste zijn die bedoeld is om ernstige Gram-negatieve bacteriële infecties te behandelen, inclusief infecties veroorzaakt door specifieke resistente bacteriën, bij volwassen patiënten binnen de EU.

Specifiek is de nieuwe behandeling geïndiceerd voor de behandeling van gecompliceerde intra-abdominale en urineweginfecties, ziekenhuisverworven longontsteking en infecties veroorzaakt door bepaalde soorten bacteriën (aerobe Gram-negatief) waarbij de behandelingsmogelijkheden beperkt zijn.

Twee klinische studies voor de nieuwe behandeling werden uitgevoerd met steun van een innovatief geneesmiddeleninitiatiefproject. De eerste was een fase II-studie die het potentieel als behandeling voor gehospitaliseerde patiënten met gecompliceerde intra-abdominale infecties onderzocht. De tweede was een fase III-studie die de nieuwe behandeling vergeleek met een veelgebruikte behandeling om gecompliceerde intra-abdominale infecties, ziekenhuisverworven longontsteking en beademingsgerelateerde longontsteking te behandelen. Gegevens uit de studies toonden aan dat de behandeling effectief en goed verdragen wordt.

“Dit is fantastisch nieuws vanuit het EU-gefinancierde project onder het publiek-private partnerschap. Het biedt een nieuw instrument om antibioticaresistente bacteriën te bestrijden, een gebied waar elke nieuwe doorbraakbehandeling een echt verschil maakt voor de volksgezondheid,” zegt de directeur-generaal van het directoraat-generaal voor onderzoek en innovatie van de Europese Commissie.

“Het vertragen van de verspreiding van antimicrobiële resistentie vereist een samenwerkingsbenadering, aangezien geen enkele organisatie de AMR-crisis alleen kan oplossen,” zegt een projectleider van het team. “De samenwerking met het project en onze andere partners was cruciaal in de ontwikkeling en goedkeuring van deze nieuwe behandeling, die nieuwe hoop biedt aan patiënten die getroffen zijn door multiresistente infecties.”

De volgende stap: De gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen zal geldig worden in alle 27 EU-lidstaten, evenals in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

Meer informatie over de beslissing van de Europese Commissie om een vergunning voor het in de handel brengen in de EU te verlenen, is beschikbaar op hun website. Meer informatie over de aanbeveling van EMA voor de vergunning voor het in de handel brengen in de EU is ook beschikbaar.

Bron: EMA

Het bericht Europese Commissie keurt nieuwe behandeling goed tegen multiresistente bacteriën verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram